De waschman wist gerust wel, dat dit niet waar was. Hij zeide dus vlug omdat het Zaterdag was, maar beleefd, omdat mevrouw Riemersma altijd zachtaardig was, dat het waarlijk toch niet zijn schuld was. Hij werkte volhardend genoeg voor een gezin, dat alle jaren grooter was geworden. Maar het was de schuld van de losse wasschende meiden.
Johan keek naar het vreemdgevormde huis van den wasscher aan het stil-breede water, dat stroomen zonnelicht inving en weerspiegelde.
10.
Onder hunner terugweg naar stad en huis, bleven zij even over bij eenen boer en die had verkoop van een allerdiepst smettelooze melk, die Johan daar dikwijls kocht, omdat hij witte melk en rooden wijn twee heerlijkheden om te drinken vond. Mevrouw zeide, dat zij het goed vond van zich zelve, dat zij tegen Nelissen geschikt was geweest. Zij dacht, dat hij nu wel beter in zijn werk worden zou, hoewel het ook waar was, dat zij hem hetzelfde al zeer dikwijls had gezegd, en wel zonder eenige verbetering.
Zij sprak ook over de onvoldoende genegenheid der menschen onderling en over R. R., die dan toch het leven al te lichtluchtig opnam. Hij was nog geen dertig jaar en daarentegen had hij veel achter zich, en wel meer dan zij bepaaldelijk wist. Verder had hij de gewoonte van steeds iedereen te ergeren met spelende gezegden, maar die dikwijls krimpend zeer deden.
Toch was zij maar blij, dat hij nu bij haar woonde, want na al haar eigen leed, was dat allicht wel hare stille roeping, dat zij René op den goeden weg hield, hoewel hij haar dikwijls luid uitlachte, wanneer zij dat zei, en zeide, dat hij iederen weg uitmuntend vond, behalve den goeden weg, die op eene veel te lastige wijze smal was.
Ieder mensch had dus zijne roeping. Maar zij werd door haren man niet geholpen, die alles van René duldde, en dan zei, dat een goed kunstenaar wat ruim leven moest, opdat hij werken kon. Haar man zeide ook, dat zij René de woning in hun huis tegen maakte met haar spreken over het leed van de wereld en de hardheid der menschen.
Zij verhaalde Johan, dat René soms ineenen verdween zonder bericht of spoor, zoodat haar man ongerust werd, zoodat hij ziek werd. Dan deed René voor hun tweeën niets. Zij hoopte, dat hare
98