pijpelijntjes
in de restaurants waar Joop en Sam gaan eten kende men De Haan en Aletrino waarschijnlijk heel goed, en dan vooral de ikvorm van het boek, waarover De Haan in een brief aan Tak heel literair beweerde: 'Het is die vorm, die zich uitsluitend leent tot zeer scherpe gedetailleerde fijnheid, wat in de schilderkunst po-intillé is', maar die in de praktijk bij het publiek natuurlijk een sterke suggestie van authenticiteit aan het verhaal verleende - al die elementen maakten dat Aletrino's ontsnappingskans bedenkelijk slonk. De Haan zelf stelde Aletrino verantwoordelijk voor het ontstaan van het boek; hij was er schuld aan, aldus De Haan in een klagelijke brief aan Van Deyssel, 'als de vader aan de geboorte van een kind'. In Pijpelijntjes vinden we wel sporen van de invloed die Sam op Joop uitoefende en van de aard van die invloed, in amorele uitspraken als: 'je moet maken, dat een ander altijd voor jou schikt, en jij nooit voor 'n ander' en 'als iemand je'n loer draait (. . .) welnou, dat is'n verlies, draai je dan 'n ander 't zelfde, dan is 't weer gelijk en iedere keer, datje dan 'n ander d'r tussen neemt is dat zoveel winst voor je'. De arme Aletrino werd overigens nog in juli 1905 achtervolgd door het satirische blad De Ware Jacob met een versje:
De heer Pijpelijntjes ontzag zich niet Aletrino, een kraan op medisch gebied Met 'goeie Aletrino' aan te spreken. Ja, ja, Aletrino, dat komt er van Wanneer gij, zeergeleerde man,
't Goed recht van het uranisme gaat preken.
Hoewel Pijpelijntjes tussen 7 en 14 juni 1904 dus nauwelijks verkocht kan zijn, toch was het blote feit van de publikatie voldoende om nog een andere verschrikkelijke tegenstander tegen De Haan uit zijn tent te lokken: Pieter Lodewijk Tak, hoofdre-dakteur van Het Volk. De Haan werd door Tak als redakteur
11