verkocht voor 't reisgeld... ik ben op..
Anna staarde voor zich weg, ze was moew, en nu dat óók nog. Ze dacht: ben ik zo hard geworden, dat ik temet niets voor Liesebeth voel?, en ze zei:
'Ben je al bij Johanna geweest?'
'Nee... wat moet ik daar doen... die heeft genoeg aan haar eigen armoe.'
'Liesebeth' zei Anna nu kalm, flinkweg: 'ik begrijp 't wel, je komt om hulp bij mij... maar ik verzeker je: ik heb 't niet... ik heb niet...'
'Heb je 't niet? Al die jaren, dat je geregeld heb verdiend en zo zuinig leeft... zeg dan liever dat je 't niet geven wilt... dat je potten wilt.'
'Ik wil niet potten... ik zal je precies zeggen hoe 't met m'n geld staat... pensioen heb 'k niet... ik heb 'n polis van zeshonderd gulden op zestig jaar... dat's toch niet te veel hè... en die kan ik niet eens geregeld doorbetalen... ik heb telkens moeten lenen.'
'God, maar hoe kan dat... ik dacht, dat je goed d'r bij zat.'
'Ja, dat denken d'r wel meer... je denkt, dat ik gierig ben... als je alleen maar weet, dat ik voor Marie-tje van Johanna twee gulden daags betaal in Hellen-doorn... en dat ik zeventig gulden in de maand verdien.. . kortaf, niet meer... de mensen kunnen niet meer betalen...'
'Goed, ik hoor 't al... je kunt me niet helpen of je wilt 't niet... dat komt voor mij precies op 't zelfde neer... dan moet 'k maar verder... ik weet anders waarachtig niet waarheen...'
4*