men, maar 't was daar in dat huisgezin toch vergeefs besteed. Eens had Anna 's zomers geen vrije rust genomen, om het geld niet, maar in de winter overviel haar dus een machteloze moewheid, welke haar werk verminderde en haar tot schadelijke tijd van werkloosheid dwong. Zij rekende er op meer en beter voor haar onwerkbare leeftijd bij te kunnen dragen, wanneer Johanna's kinderen groter werden, en zelve verdienstelijk.
3*