NAWOORD
't Meeste werk op werf en molen dee hun zoon Kees, die zó werken kon. Hij wist wreedweg precies, hoe bedreigd het bezit was van molen en woonhuis, en hij werkte met z'n handen mee, en met z'n hersens mee, dag in-en-uit, om de boel van-hun-eigen te houden. Want hij wou niet verminderen in stand, knecht worden. Ze werkten toch nog met eigen spul, al was hun eigenrecht op huis en molen minder dan niks waard, en almaar met willekeurige, waardeloze verkoop bedreigd, wanneer niet op datum precies 't schuldige rentegeld betaald werd. Als hij d'r over dacht, hoe anderen hun in de macht hadden, dan wier1 hij razend in z'n breed-groot lichaam, dat z'n vlees fel spiertrilde, en z'n licht-blonde ogen donker werden, dieper. Dan smeet hij lichtweg met het zwaarwichtige houtwerk, geweldig in z'n woede, 't Volk wist 't wel, als de jonge baas zo dol meewerkte, en als z'n ogen zo donker werden, dat ze hem dan op z'n best maar wijd uit de weg bleven. Opgestookt door zijn woedende werkzaamheid, deden ze mee, en de losse luie vlotters dorsten niet te zuipen, als 't zo eeuwige warm werd op het lage water, pal onder de zon, schaduwloos. Want Kees was niet te goed of hij mepte de drankfles uit de vleken2 van de grofste vlot
15
1 werd
2 De Zaanse volkstaal van G.J. Boekenoogen geeft als betekenis van fleek: hand.