geestelijk verschil tussen hen en de gewone misdadigers. Men herkent de politieken haast altijd aan de blik van hun ogen, hoe ook verdoofd. Dit citaat is een leugen, en de schrijver, als hij bestaat, een leugenaar. Elders spreekt de regering van: ‘het zedelijk gehalte van de gevangenen, dat sinds de revolutie aanmerkelijk is gedaald’ (Notice 22). Dat is een leugen. Hij, die het schreef is een leugenaar. Het gehalte van de politieke gevangenen is zeer goed. Ik heb in de gevangenissen enige gevangenen ontmoet van beschaving en ontwikkeling, niet-politieken gestraft voor verduistering in hun beroep. Mijn vraag: ‘Wat is uw mening over de politieken?’ De antwoorden gemiddeld dit: ‘Het lot van de politieken is zwaarder dan het onze, maar zij hebben nooit het gevoel, dat zij iets minderwaardigs hebben gedaan. Dat hebben wij wel. De politieken zijn voortreffelijke mensen. Zij sluiten zich zoveel mogelijk aaneen, maar doen toch ook voor de andere gevangenen wat zij kunnen. Bijvoorbeeld: veel gewone gevangenen hebben van de politieken lezen of schrijven geleerd. Er gaat van de politieken een liefdevolle invloed uit, die duizenden ten goede komt, en zo lijden zij toch niet vergeefs.’
De regeringsambtenaren zijn volkomen onbetrouwbaar.1 Ik vroeg de ene dag naar de gezondheidstoestand in de gevangenis en hoorde, dat er evenmin als in het kuuroord Schlüsselburg op 1 januari 1910, tyfus was, scorbut of dysenterie. De dag daarna sprak ik meerdere gevangenen met scorbut en werd mij verzocht geen vruchten in de gevangenis te geven wegens de dysenterie. Zo ook met de politieken. Om mij een ongunstige indruk van de politieken te geven, hebben de ambtenaren zich niet ontzien mij
87
1
Laatste ervaring. Een van de politieke gevangenen sprak ik tweemaal. Eens in het Frans alleen; de tweede maal in het Russisch met een tolk. Hij gaf mij toen het adres van een in het buitenland gevestigde bloedverwant met verzoek die te schrijven. Volgens de tolk stonden zij geregeld in briefwisseling. Maar de tolk vertaalde in het Duits, dat de gevangene niet verstond. Waarom moest ik schrijven als hij zelf schreef? Van die bloedverwant kreeg ik een brief, waarin hij mij zeer dankt voor de berichten, daar hij zelf nooit antwoord op zijn brieven krijgt.