spontaan, en zo vertrouwd verhaald, dat ik tot mijn diepe smart aan de waarheid niet twijfelen kan. Laat de Russische regering dit niet ontkennen, maar laat zij in Orel, Sarâtov, Tobolsk, Pskov en andere gevangenissen ingrijpen. In Orel was een gevangene gestraft op beschuldiging van simulatie. In de carcer werd hij onder de invloed van het voedsel: brood en water, ziek. Een voorwerp was er niet. De man riep en klopte: er kwam niemand. Toen de vierde dag een bewaarder kwam, zag die het vuil in de cel. In zijn woede sloeg hij de man tegen de grond, die in het vuil viel. Het werd de gevangene niet toegestaan zich te reinigen. Daar de gevangene aldus niet wandelen kon, liet men hem in de cel tot zijn zeven dagen om waren. Misschien is dit voorval de oorsprong van het verhaal, dat ambtenaren in de gevangenissen de mond vol stoppen met uitwerpselen (Démenti 18). Ik heb verscheidene politieke gevangenen, die Frans lazen, het Démenti op die plaats laten lezen. Maar deze beschuldiging is meen ik vals. Intussen is de waarheid al erg genoeg. De regering zal wellicht de waarheid willen betwisten, omdat ik hier gaan namen noem. Maar ik heb te dezer zake besliste geheimhouding beloofd, en minder dan ooit heb ik vertrouwen in ambtenaren, die mij hun erewoord geven, dat geen gevangene voor mededelingen al worden gestraft en tegelijk een gevangene geheim bedreigen. Het is de eigen schuld van de ambtenaren, dat ik hen niet vertrouw. In een van de gevangenissen had ik een lang onderhoud alleen met een gevangene overgeplaatst uit een zeer beruchte gevangenis. Toen wij die gevangene verlaten hadden zei de mij geleidende adjunct-inspecteur der gevangenissen in het gouvernement: ‘Die man is nooit in... geweest, dat is een bekende leugenaar.’ En ik: ‘Geeft u mij dan zijn dossier, dan laat ik het vertalen.’ Nee, dat ging niet zonder verlof van de procureur. De volgenden dag sprak ik die kameraad weer en hij vertelde veel over het leven in die gevangenis, waar hij nog steeds nooit was geweest. Gelukkig, dat men dergelijke volleerde leugenaars nooit onder de regeringsambtenaren vindt.
Tot de straffen voor de katorgisten behoort verlenging van de straftijd door de rechter bepaald met een of twee jaar naar
74