Maar dr. Barrows had, toen hij zijn verklaring gaf, volgens zijn eigen woorden, niet anders gezien dan twee gevangenissen in St. Petersburg, dezelfde twee, die ik ook heb gezien en die men blijkbaar altijd aan vreemdelingen laat zien. Ik heb in Petersburg, Moskou en Riga ongeveer tien gevangenissen gezien en met een enkele uitzondering kan ik verklaren, dat de gebouwen er goed waren, sommige zelfs zeer goed. Maar in de kleine steden van Rusland en Siberië, waar nooit een vreemdeling komt, zijn, volgens getuigenissen van talrijke gevangenen, gevangenissen waar de gezondheidstoestand boven alle beschrijving slecht is. Of daar ook de deuren wijd open staan voor wetenschappelijke werkers en dagbladschrijvers? Ik wil overigens de Russische regering de volle maat van gerechtigheid geven: in twee Petersburgse gevangenissen vond ik in het vreem-delingenboek een gunstig oordeel van prof. Reiss, de bekende hoogleraar uit Lausanne. Voorts van de heer Van der Vlugt, theologisch kandidaat te Leiden, luidende als volgt: ‘De Bastille te Parijs is verwoest, maar in Rusland is nog steeds iedere gevangenis een Bastille. Zietdaar het algemene oordeel in Holland over Russische gevangenissen. Na deze gevangenis te hebben gezien, durf ik te verklaren, dat dit oordeel onjuist is. Als Leids correspondent van het Utrechts Dagblad zal ik zorg dragen, dat de Waarheid, die altijd op den duur zegeviert, in Holland bekend worde.’
Ik weet niet of de heer Van der Vlugt als Leids correspondent van het Utrechts Dagblad zijn woord tegenover de Russische regering heeft gehouden. Ik heb mijn woord gegeven aan de regering en aan de gevangenen, dat ik eerlijk zou zijn, zonder bewuste overdrijving naar een van beide kanten. En zo waarlijk moge God Almachtig mij helpen, als in de Russische gevangenissen honderden administratieve gevangenen zijn zonder enig rechtsgeding. En duizenden stelselmatig worden gemarteld en mishandeld, dat de dood volgt.
Er zijn uitzonderingen. De Russische regering noemt Moro-zov, wiens lichamelijke en geestelijke vermogens door een langjarige gevangenschap zó weinig hebben geleden, dat hij na zijn
52