De school was een aardig, gezellig huis. Het onderwijs wordt er gegeven volgens zeer moderne methoden, door een onderwijzeres. Zij is reeds een jaar in de kolonie, gehuwd met een van de ambtenaren en moeder van twee kinderen. Zij is nooit ziek en zij heeft niet de minste moeite met de orde. De leermiddelen waren goed: kaarten, vlindercollectie, natuurkundige instrumenten. Russische kinderen hebben veel aanleg voor tekenen. Zij maken prenten bij de verhalen. Dit: een vies varken kwam in de kolonie en zag, hoe zindelijk daar alles is. Het varken vroeg aan de jongens, aan de huizen, aan de bomen, aan alles, waarom zij toch zo zindelijk zijn, en kreeg van ieder een les over het nut van de zindelijkheid. Het varken wordt overtuigd en tot de zindelijkheid bekeerd. En zo is Iwans laatste tekening: het varken badend in de beek.
Van de school naar de toneelzaal. Boven het toneel als opschrift: ‘Leer het goede, dan verdwijnt het slechte De jongens spelen gaarne, en zij spelen goede toneelstukken, zowel van Russische als van andere schrijvers. Zij hadden De Gierigaard van Molière gespeeld. De bekwaamste tekenaar onder hen had een goed geslaagd aankondigingsbiljet vervaardigd. In de toneelzaal worden zij samengeroepen voor de mededeling van belangrijke gebeurtenissen. Een zeer aangrijpende bijeenkomst was die, waarin de directeur vertelde van de ondergang van de Titanic.
Zijn hoogtepunt bereikte deze dag toen de jongens buiten gymnastiek maakten, zongen en dansten. De heer De Becklichov beschouwt een zorgvuldige beoefening van de gymnastiek als een zeer belangrijk element van de lichamelijke en esthetische opvoeding. Russische jongens zijn niet zo slank en krachtig als Engelse, daardoor is hun gymnastiek fijner, maar niet minder schoon. De jongens vertoonden toestel-oefeningen en vrije- en ordeoefeningen. Zij werden bij de laatste begeleid en in maat gehouden door de muziek van hun korps. Ook hun zang was schoon. Russische knapen hebben zuivere stemmen en een diep gevoel. Zij zongen op die dag vooral volksliederen en een lied op de uitdrijving van de Fransen in 1812. Van het laatste lied zong de zangonderwijzer, zelf een knaap, de soli, en al de andere
47