over de ervaringen van hélénus marie golesco
i
Toen de Duivel mij laatstmaals bezocht had, zeide hij, vóór het onrustige heengaan: 'Heieen, vergeet dit niet: denk dikwijls aan mij, want ik hou van je, en bedenk mij dan zó sterk, tot je 't gevoel krijgt, datje lichaam zwart is, zonder gemeenschap met de buitenwereld. Waar ik dan ook ben, zal ik weten, datje mij niet vergeet, en waar je huist, en hoe je toestand is. Wil je dat doen?'
'Ja', had 'k sidderend gezegd: 'ik zal altijd aan u denken... ik kan niet leven zonder u.'
Het was op een nademiddag, en 'k zat bij een perk-veld vol rode rozen, in geur en zon, terwijl 'k aan mij dacht. Toen kwam van huis een jongen in het wit, die mij een brief uit Frankrijk bracht. O, van de Duivel. Dat herkende 'k dadelijk aan dit fijn-geformeerde manuscriptum, en aan 't pentagramstempel1, dat
53
1 Het pentagram dat Satan als lakstempel gebruikt, is de vijfhoek of drudenvoet, van oudsher als magisch teken in zwang in de zwarte kunst.