hol meer gebruikte ('en ik hield toch wel van wijn en bier')! Hij schreef toen: 'als ik kon, dan kuipte ik Jenever in een vat, stopte Ruzie en Hebzucht in een brandkast en stuurde alles per Van Gend & Loos naar den duivel. Maar ach, ik weet 's mans adres niet'.
In de nerveuze vertelling die geen eigenlijke titel heeft en waar we dus de serieaanduiding 'Over de ervaringen van Hélénus Marie Golesco' maar boven plaatsen, is het adres van de Duivel wèl aan de schrijver bekend: het Bradford Hotel te Parijs, duidelijk een pseudoniem voor het voorname Bedford Hotel op 17 Rue de 1'Arcade, vlak bij de Champs Elysées. De hoofdfiguur Heieen Golesco - de naam ontleende De Haan aan Hélène de Golesco, schrijfster van o.a. de roman Un dévouement sublime sous la Terreur (1904) -vormt met zijn ervaringen de verbindende schakel tussen deze vertellingen, zonder dat we in die samenhang de aanzet tot een soort vervolgverhaal zien. We kenden Heieen ook uit de roman Pathologieën als een vriend van René Richell, een Roemeens edelman, die zich in de Seine verdronk, de voorganger van Johan van Vere de With als beminde en slachtoffer van de Duivel1. In de novelle is geen sprake van een psychologisch drama, dat is de ondergang of ondergangen
43
1 Voor een interpretatie van Pathologieën, zie: Leo Ross, 'Jacob Israël de Haan als decadent romanticus', in: De Gids 1974, p. 460-466.