niet, hoewel het anders onze speelse gewoonte was over al de vreemde dingen van de zwarte kat breed uit te weiden.
Kort daarna werd ik zwerver. Het leven van alle dagen geregeld werd mij ondragelijk. Dus na een schooldag kwam ik de volgende dag niet meer weerom, en ik zwierf voort, over allerlei steden en streken, binnen en buiten ons land. Steeds zonder enige rijkdom, op menige tijd bar verarmd, toch zonder spijt om veel gemist gemak, daar ik vrij was.
De laatste tijd was ik voldoende rustig en ook zuinig geweest, zodat ik nu met wat losse centen vrij enige dagen te Amsterdam leven kwam. Geen stad was mij, zwerver, schoner dan deze, en geen streek was mij mooier, dan de streek der Amsterdamse watervallen, als het zomer was.
Op de Herengracht bij de Raadhuisstraat ontmoette ik nu de zwarte kat.
Ik haalde haar in, met moeite, daar ze snel voortgliste langs 't water. Ik zei:
'Dag juffrouw Heukelom... gaat 't u goed?'
Ze herkende niet, toen zei ik precies hetzelfde met mijn scherp-Engels, asper1 van klank.
'O', zei ze verrast, toch met vreemd-slepende stem, 'wat zie ik daar van op... ik dacht, dat u in Italië zat.'
i scherp, bijtend, streng, bitter
28