Duivel en het ergste van alles: homosexualiteit. En dit geheel dan opgediend in een geraffineerde en effectvolle stijl, cynisch en poëtisch. Dat is het 'nerveuze' in De Haans vertellingen: een esthetisch en intens genot dat gepaard gaat met pijn. De lectuur ervan is eigenlijk een verfijnde marteling. In de openingszin van Pathologieën wordt het woord 'nerveus' precies zó gebruikt: 'Dit is mijn verfijnde, en op een zeer nerveuze wijze verzorgde, beschrijving van de pathologieën, dat zijn de ondergangen van Johan van Vere de With'. De zin is des te opmerkelijker, omdat het opvoeren van een reflecterende 'ik-verteller', die zich overigens daarna nergens meer laat zien, direct afstand schept tussen de lezer en de romanwerkelijkheid. Ook hier dus een groot verschil met Pijpelijntjes en het realisme.
Dit 'nerveuze' vinden we terug in verwante geschriften van De Haan, zoals de Fijne fragmenten, stukjes geciseleerd proza, her en der verspreid, nooit gebundeld, hoewel dat wel in De Haans bedoeling heeft gelegen1. Het was 'lectuur, die 't publiek gelukkig niet inkijkt', naar het oordeel van een criticus in 19082: artefactjes zoals fijngeslepen kristallen reukflaconnetjes waaruit de geur van ongewassen haar opstijgt of zoals een kostbaar en kunstvol gou-
16
1 blijkens een voetnoot in De Amsterdammer van 29 juli 1906
2 in het huiselijke blad Op de Hoogte