Fabriekskinderen.
Slaperig gaan zij door de stad, Naar de fabriek toe,
naar de fabriek toe, Slaperig gaan zij door de stad, Wangen bleek en hun oogen mat.
Morgenboterham absent, 's Middags afwezig,
den heelen dag bezig, Morgenboterham absent, Aan werk en honger zijn ze gewend.
's Avonds diner, maar niet te zwaar, 't Mocht de kind'ren
in hun werk nog hind'ren, 's Avonds diner, maar niet te zwaar, De matigheid, die doet 't maar.
Zaterdagavond duitenvreugd, Vader niet fleurig,
moeder treurig, Zaterdagavond duitenvreugd, Meneer met winst van de week verheugd.
84