Kanalje

Titel
Kanalje

Jaar
1904

Druk
1977

Overig
herdr 1977

Pagina's
105



der maar de prikkelende winterlucht meer, nog dertien weken, dan zaten ze in de zomer, ook goed.

Patroon razend op die troep koppige knechten, liep z'n fabriek rond, die heelemaal verliep, en die onderkruipers kostten 'm handenvol geld, en ze deën niks als de boel in de war sturen... als hij eens toegaf... nee, dat nooit... goddomme dat nooit... Toch, bij de leiders kwam ook wel zorg... ze hadden al zoo lang uitgekeerd en al zoo veel, en zoo bar veel kwam d'r nou ook niet... ze moesten nou maar eens 'n extra uitdeeling houën, dat hield de moed d'rin...

»Weet-je wat lui,« zei Jan Kools ineenen, »ik verkoop m'n huis, dat is nog 'n mooi duitje waard.«

De domenee kwam d'raan te pas, die had Jan z'n vrouw d'rbij gehaald, en die had geprobeerd 'm d'raf te brengen, dat-ie dan toch ook wel gehecht was aan 't huis waar-ie geboren was, en dat 't schande was dat te doen. Maar Jan, heel beslist, had gezeid, dat-ie daar heelemaal niks mee te maken had, hij had zich niet met domenee bemoeid, toen die verleden jaar 'n reis naar Zwitserland had blieven te maken, domenee moest zich nou maar met z'n eigen zaken bemoeien... 't huis werd verkocht, en 't geld kwam in de stakingkas.

Z'n vrouw raasde... huilde... dat had 'r altijd meer gemaakt dan de andere vrouwen, dat zij in d'r eigen huis woonden en al de anderen in 'n huurhuis, jezes nog 'n toe, en nu ging dat kopstuk zijn huis verkoopen, met die mooie lap grond, die hoe langer hoe meer begon waard te worden ... d'r werden geen gekken geboren maar gekken gemaakt en de meesten maakten zichzelf gek... wat 'n kopstuk... wat 'n vent om zich zoo tegen z'n patroon op te zetten, kwam allemaal van die verdomde socejalerigheid... daar ging d'r huis nou... d'r mooie lieve huis, en de centen, die d'rvan kwammen, die gingen nog in die kas.

Ze zaten bij mekaar, de zeven vertrouwensmannen, er waren voorstellen gekomen, nog van verre, niet direct van den patroon nog, maar dat kwam nou ook wel, maar vol houën, nou maar 'n paar weken nog, dan kwamen ze klaar... van andere kanten hoorden ze dat ook... de patroon zou van z'n fabriek 'n maatschappij maken, de directeur daarvan zou dan toegeven, niet hij de groote man van het dorp... hij wankte nog tusschen haat aan z'n concurrenten en haat aan z'n werklui... maar hij wou wel toegeven ...

God, wat waren die mannen blij met die heerlijke verwachting, niet om 't voordeel, al waren 't dan maar materialisten, stofvergoders, maar om de idéé dat zij, de arbeid, 't haddan gewonnen van m'neer patroon, het Kapitaal.

De deur open, Jans vrouw kwam binnen bommen... ze stond voor ze... 'n boos brok furie... d'r stem schreeuwde:

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.