De zieke keek... de kant op vanwaar 't praatgeluid kwam... in de schimmige schemerkamer herkende hij niet dadelijk...
Toen herkende hij... z'n jongen... 't mooi pakje met banden van oranje... het moordenaarspak...
Hij wilde roepen... wilde schreeuwen... hij kon niet... rood bloed golfde hevig ineenen z'n keel uit... z'n borst uit... de kamer door...
Z'n jongens, verschrikt, sprongen toe... Wim was achteruit geweken, bang dat 't opspattende bloed besmetten zou de uniform van het Indische leger...
Dries Draaisma stierf.
Dan, in de deur kwam de buurman juist met »de Standaard«, die wéér nieuws had...
32