Kanalje

Titel
Kanalje

Jaar
1904

Druk
1977

Overig
herdr 1977

Pagina's
105



kwam-ie vast... hoe lang was 't nu al geleden van de laatste keer... toen lag Dries nog an de overkant, die altijd zoo snurkte... die was d'r nou uit... nou lag Siem d'rin... en al die tijd was vader d'r toch maar niet geweest... alleen tante Bet... die tellekes zei, dat vader nou echt de volgende week kwam. Siem had vader nog nooit gezien... wou geen eens glooven, dat Jan 'n vader had. En Jan, kleindriftig, boos, had zuster Lize d'r bij geroepen of-ie 'n vader had, ja ofte nee...

En zuster Lize had 'm gezoend en gezeid, dat Jan's vader de beste vader was, die d'r in de heele wereld was... d'r waren wel meer goeie vaders... maar Jan's vader was de beste... die van Siem ook... als ze kiezen moest, dan wist ze 't nog niet... Toen was Jan van plezier daarover maar weer goed geworden met Siem... als vader kwam, en wat meebracht, dan kreeg Siem d'r de helft van... dan had die ook lol... maar vader bracht gerust wel wat mee... de laatste keer nog een heele doos flikkies...

Maar dan lag-ie weer stiller bedroefd, begreep toch niet goed, waaróm vader d'r in zoo'n tijd niet geweest was... waarom nou niet... as-ie maar niet ziek was geworre... as-ie maar niet ziek was...

»Zuster... is me vader ziek?«

Hij snerpte 't over de zaal, in eenen met 'n heftige angst scherp in z'n woorden... ze kwam bij 'm staan... en hij huilde zoo... hij huilde zoo, zonder bedaren, met hevig snikken door z'n uitgeziekte lijf.

Zuster troostend zei maar aldoor, dat vader niet ziek was... en dat-ie wel vast kwam... dat had vrouw van der Wal d'r zelf gezegd... wist Jan wel, dat Piet van der Wal ook in 't ziekenhuis lag... die had z'n been gebroken... die wou vogelnestjes uithalen.... nou als je dan viel en je been brak, dan wist zij ook wel wie z'n schuld 't was... Jan zeker óok wel... maar Piet had wel veel pijn... en Jan moest nou maar kalm z'n tijd afwachten, dat vader kwam...

Wat stiller was Jan wel geworden... en zuster maakte zich klaar al, om heen te gaan... die arme jongen... z'n vader die kwam niet... dat had je nou van die staking alweer... dat kon dat kind z'n dood zijn, als z'n vader niet kwam... ze hadden 'm nou al zoo lang gespaard...

Zuster Dorsman kwam beneden om haar af te lossen... dee de gewone vraagjes van koorts en nachtrust... zij antwoordde vaagjes... dacht wéér aan Jan... nou huilde-n-ie nog maar altijd door...

»Nou dag Jan... zoet zijn hoor... als vader vandaag niet komt, dan komt-ie morgen...«

Ze dacht d'r vrije dag maar niet te nemen vandaag... als z'n vader vandaag niet kwam, dan wou ze maar liever bij 'm wezen... en z'n vader kon niet komen...

Trillend van verlangen en angst lei Jan in z'n bed, starend maar star naar de deuropening en dan telkens schokte-n-ie, opschrikkend als er iemand was... was 't vader... nee nog niet... Siem had al bezoek...

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.