Kanalje

Titel
Kanalje

Jaar
1904

Druk
1977

Overig
herdr 1977

Pagina's
105



die konne d'r óok wat mee, die bleven zeker maar meteen tot Pinksteren doorslapen... d'ris even roepen:

»Zuster... zuster«...

»Ja, wat is 't Janbaas?«

»Hoe laat is 't al?«

»Zoowat zes uur denk ik.«

Maar hij ineens met 'n plotseling beven van drift, dat-ie wel meer had:

»Zeg u 't dan precies... kijk u d'r dan voor op uw horloge«...

»Ze deed 't rustig geduldig: »Vier minuten vóór zessen... daar kijk nou maar zelf... dwingelandje«.

Hij was weer heel tevreden nu, maar met zoo'n pijn... zoo'n pijn... lei maar stil achterover:

»Zuster, krijgen we ze?«

»Wat?«

»U weet wel... de eieren en de krentebroodjes.«

»Ja zeker«...

Hij lachte al weer, prettig met z'n geschilderd suikerei van straks en z'n Paaschbolletjes met krenten...

»Zuster, Siem is óok wakker... dag Siem... 't is Paschen... we krijge allemaal 'n suikerei en krentebroodjes«...

»Luchtig klapte-n-ie d'r 't groote, o, zoo groote geheim uit, dat zuster Lize zoo gewichtig aan al de ziekelingetjes verteld had, nèt of zij 't ieder alleen wisten... en met 't stellige bevel, het niet verder te vertellen... domme Jan, nou verklapte-n-ie 't toch...

»Zuster, weet Jan 't ook?« vroeg Siem spijtig, dat hij 't niet alleen wist.

»Welnee... Jan heeft 't maar gedroomd... kijk Frans is ook wakker... dag Frans... heb je lekker geslapen?«

Druk kreeg ze 't al dadelijk, met al die jongens, om ze klaar te hebben als dokter kwam, die zoo precies was.

Jan was heel stil gaan liggen, wel met zoo heel veel pijn nu, maar toch ook met zoo'n heel prettig denken... daar had-ie niet eens dadelijk aangedacht... maar nou dacht-ie d'r weer heelemaal aan... vanmiddag kwam z'n vader... als de groote wijzer nog... drié... viér... achtmaal omgedraaid was, dan kwam vader... dan kwam z'n lieve, goeie, beste vader... daar hield-ie nog wel honderdduizendmaal zooveel van as van zuster Lize, en dat was anders de aardigste zuster, die d'r was...

Om twee uur kwam-ie... dan kwam die altijd...

Daar beefde-n-ie nou van, sterk, in z'n ellendig zwak lijfje... daar praatte-n-ie zachtjes over in zich-zelf... dat had-ie zich aangewend, dat praten voor zich uit, in de langzame uren van verveling, als de anderen sliepen, of als d'r 'n nare zuster op de zaal was, van wie je niks mocht, geen eens even praten van 't eene bed naar 't andere... Jé, wat was vader d'r in 'n tijd niet geweest, maar vanmiddag dan kwam-ie vast... dan

24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.