die mooie gouden en zilveren muntjes verkoopt, voor de vrouwen. Hij verkoopt ook gouden oorhangers, neusringen en armbanden.
Er zijn schapen met hunne lammeren. En geiten met hunne kleine geitjes. Ezeltjes, mooi en slim, staan klaar om te worden verkocht. Ook kameelen, groot en dom. Echte ezels. Vijf, zes mannen zitten gehurkt bij één kameel. Zij praten voorzichtig en wijs. Het duurt héél lang, want dit is een groote zaak. Moge Allah daarop zijn zegen geven.
Er zijn zeker een paar duizend spelers op dit groote tooneel. De regie is onberispelijk van beweging en kleur. Er is hier geen enkele drankwinkel. Zelfs geen gaarkeukentje. Blijkbaar is men wel héél matig. Men eet sinaasappels en Arabisch brood. En drinkt het water.
VI.
De heerlijke koude des avonds. En de maan, die de kou verzilvert. Wij zijn uitgereden over de landen van Berseba. Naar het Zuiden toe. Het land is hier nog goed bebouwd. De woestijn ligt uren verder. Al de marktgangers zijn uiteengegaan. Ieder naar zijn stam en naar zijn
62