coöperatieve arbeidersgroepen, de kewoetsoth? Beide stelsels hebben niet voldaan. Men spreekt nu veel van een tusschenvorm: coöperatieve koloniën. Met de deugden van de beide systemen. En zonder de ondeugden van één van hen.
Er is in Berseba een kewoetsah van drie arbeiders, die zich bezig houdt met boomenkweek. Een school voor Joodsche kinderen is er niet. De molenaar, wien het goed gaat, heeft zijn kinderen op school te Jaffa.
Het huis is hier de sociëteit van de Joden van Berseba. En ik schijf u dezen brief in de sociëteit in het huis, dat niets van niets heeft. Er is een reiziger in naaimachines gekomen. En een man, die alles weet. En alles spreekt behalve He-breeuwsch. En die voortdurend luidkeels vraagt, wie ik ben. Maar waar ik bij ben, kan men hem de noodige informaties niet geven. En ik sta niet op. Nog lang niet. De chauffeur van den gouverneur komt ook eens binnenloopen. Een groote Joodsche jongen uit Rischon le Zion. Die van de ketwoetsah komen straks.
59