Palestina

Titel
Palestina

Jaar
1925

Druk
2000

Overig
herdr

Pagina's
156



Alphonse met ons mede mag om Lucht te Ademen. Hij is op staanden voet ontslagen. Laat hij nog blij zijn, dat hij niet in de „gabs” komt. Dan zou hij door de straten van El Kuds van en naar zijn werk gaan, gekleed in een grof blauwen pak. Een grauwe muts op.

Maar wien zullen wij nu meenemen? Fouad is te klein. En Ali kan niet worden gemist. Gelukkig leent Hassan Effendi ons een goeden knecht. Hij heet Achmad. Hij zegt, dat hij in Mekka ter bedevaart is geweest. Allah is groot. Booze menschen beweren, dat hij het niet was. Maar ’t was zijn vader. — Iemand van de familie, zegt Abdoel Salaam goedig: — dus kunnen wij hem gerust Hadj noemen. Achmad zal dus mede gaan.

VIII.

Zondagmorgen. Zoo een mooie lentemorgen als de winter ons hier te beleven geeft. De twee paarden en de wagen zijn er. En ook, Hadj of zoon van een Hadj, Achmad. Adil Effendi, die des Vrijdags rust en des Zondags werkt, moest eigenlijk naar zijn bureau gaan. Maar hij heeft een briefje gestuurd van onzen buurman, den

28

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.