HEBRON,
16 Januari 1921.
Dit is de levenswijsbegeerte van mijnen vriend Adil Aouedda, den jongsten zoon van wijlen Azef Aouedda. Dat hij lang leve. Amen.
Adil spreekt. „Mijn vriend”, zegt hij: „drie dingen moeten wij altijd doen.Ten eerste: veel en lekker eten. Wij zijn geen bedelaars.Ten tweede: mooie kleederen dragen. Wie zal ons achten, die ons met leelijke of slordige kleederen ziet. En ten derde: „bischoem el hawa”. Gij, niet-Arabische lezer, zult nu vragen: „wat is „bischoem al hawa”. De zin van deze mooie woorden is: „de lucht inademen”. En de bedoeling is: „zich amuseren”.
Ik heb veertien dagen vacantie gekregen van de regeerings-rechtsschool te Jeruzalem. En Adil’s levenswijsheid indachtig denk ik, dat ik die in „bischoem el hawa” beleggen zal.
— Hoe jammer, dat Adil niet mede kan gaan! Hij is een deel van het burgerlijk bestuur van
17