zomertijd weer nadert — terwijl ik dit schrijf, bloeien de appels buiten mijn raam — en de veijaardag van zijn dood, nu is het wel moeilijk troost te vinden in die wijsheid van niet meer te zijn, staat gelijk met nimmer geweest te zijn, en schrijnend wreed is de gedachte dat hij het land en de streek die hij zoo liefhad, het land en de streek van ons beider kindertijd, nooit meer terug zal zien.
Carry van Bruggen
14