uit Dordrecht aan prins Willem, dat diens ‘sirurgicn’ nu beginnen zal de altijd nog open wond te verzorgen (i). De aard van die rugwonde kan men slechts vermoeden. Is deze van tuberculeuze aard geweest, of zou het een luetisch gumma geweest kunnen zijn, de uiting van een hereditaire lues van moeders zijde? Op zestienjarige leeftijd leed Maurits aan mazelen en buikloop te Dordrecht. Hij werd daar behandeld door de stadsgeneesheer Dr. Marcellus, en daarna door Dr. J. Fontabus.
Men kan zich afvragen, of de diagnose mazelen wel de juiste mag zijn geweest, daar in die tijden die ziekte nog niet scherp gedifferentieerd kon worden tegen rubeolac en scarlatina, maar dat doet er minder toe (2).
Bij het beleg voor Steen wijk in 1592 liep Maurits een schampschot op, aan de ‘kinnebakken’ tot op de tanden (3).
Bij het spel d’escahelle, een dislocatie van de handspieren, die behandeld werd door de Franse arts, Mr. Luc de Foi “son chirurgicn, qui cstoit Franqois et trés expert dans la Profession fut appelé pour les traiter et pour remettre les membres disloqués” (4). “Betreffende Maurits’ gezondheidstoestand tijdens zijn studieverblijf te Leiden, 1583-1584, vernemen wij geen bijzonderheden”, zegt Blok (5).
Levens rswoonten
o
Tafelgenot was hem onverschillig, “a table et parmi les viandes il estoit toujours sobre et semblable a soy mesme. Il mangeait fort modérement. Il prenait du vin parlequel la pluspart altérent leur santé, seulement pour entretenir la sienne et si petite quan-
1. M. C. M. van der Kemp, l.c.
2. K. P. J. Sprengel, l.c., p. 439.
3. E. van Revd, cit. hij (.Bax, Prins Maurits in de volksmening in Je 16de en 17de eeuw (diss. Amsterdam, 1940).
4. Nuberg
5. P. J. Blok, l.c., p. 167
25