wapen (i). Jacobus Vallensis promoveerde te Leiden op 23 februari 1:593 °P het proefschrift de Ictero, ‘rcspondit pro Doctoratu in Medicina Jacobus Vallensis, praeside D. Hoernio’ (2). Dat hij ook een ‘vermaerde geest’ was, moge blijken uit de ‘eerdichten’ ter zaliger nagedachtenisse van Jacobus Vallensis door Leonardus Fodinaeus (Delft, 1644) uit het Latijn vertaald door Adr. van Thienen (3).
‘Vertalingc van de EER Dichten enz. ter zaliger nagedachtenisse van de onvervaerderlycken Man, Dr. Jacobus Vallensis, Doktor in de Medicynen, ende van Syne Hoogheydt Fredericus Henricus Prince van Orange.
Tot Delft gerustelyck overleden Ap. 1644 Den 15 Febr.’
m
Graf-Schrift
Des Prinsen Medicyn; en de Prins der Medicynen Der Wyssen toe-vlucht; Leidt tot pulver te verdwynen Hier in dit svvarte graf; maer meent Gy loose Doot,
Dat Hy die alles vorst, niet kende dodes noot;
Ghy syt bedot; Hy nyt verrot:
En denckt eens aen dit Grafliedt;
Vermaerde geesten sterven niet.
IV
Extremus Halitus summi Medici Nunc Medicina vale; valent Galenus artes Hippocrates vivo, quae placuere, mihi Tu Medicina vivo, Tu ’t es mihi sinimus Appolo Christi tuus sangius fit Medicina Mei
LEONARDUS FODINAEUS Ecclesiaster Delfensi
1. E. A. van Beresteyn, Graraonumenten en Grafzerken in de Oude Kerk te Delft (Assen, 1918), p. 681-685.
2. Bijdr. Hist. Gen., (Utrecht, 1893), p. 53.
3. B.M.G., Plano 83.
20