Han de Groot: ‘Dat is een ellendige bijeenkomst geweest. Met gebogen hoofden verlieten ze de kamer van Planten, geschokt en verslagen door wat er was gebeurd.’ De Groot meende dat Mechanicus eveneens bij deze bijeenkomst was; zeker weten deed hij het echter niet. Ook Ward Messer kon zich het ontslag van alle joodse medewerkers helder voor de geest halen. ‘Ze konden beslist niet blijven. Ik weet dat er gesprekken zijn gevoerd. In hoeverre dat in een groepsgesprek met Planten is geweest, weet ik niet meer. ’
Han de Groot vertelde dat de joodse medewerkers, ondanks het door de Duitsers afgedwongen ontslag, hun salaris of een deel daarvan behielden. ‘Ontslagen is op zich geen goed woord, ja, voor de buitenwereld. Maar ze werden eigenlijk op non-actief gesteld en kregen een deel van hun loon doorbetaald, ik geloof naar een bepaalde verdeelsleutel van leeftijd, gezinssamenstelling, aard van de functie en dienstjaren.’
Deze regeling werd ‘half stiekem’ getroffen; Hoogterp en Van Dijk werden buiten de beslissing gehouden. Toen zij er uiteindelijk toch achter kwamen, was dit voor laatstgenoemde aanleiding om bij de Duitse autoriteiten beklag te doen over de hoge uitkeringen van de krant aan mensen ‘die men uit de maatschappij verwijderen’ wilde. Het Handelsblad betaalde, tot aan de dag van de bevrijding, ruim een half miljoen gulden uit aan de ‘ontslagen’ joodse medewerkers. ‘Onze financiële reserves waren net toereikend,’ aldus Han de Groot.
JeanneRoos: ‘Ik had pas zeven j aar bij het Handelsblad gewerkt, dus kreeg relatief niet zoveel salaris mee. Ik ontving ook uit andere bron geld van de krant. Dat kwam van het Handelsblad-personeel, waar spontaan voor ons, de ontslagen en meestal ondergedoken collega’s, werd gecollecteerd.’
De onverwachte benoeming van Sjoerd Hoogterp tot waarnemend hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, veroorzaakte onder het nog overgebleven personeel van de krant een geweldige deining. ‘Dit was echt een enorme klap,’ zei Julius van der Wielen. ‘Een gigantische dreun. Vooral omdat de directie nooit argwaan tegen hem heeft gehad. Jammer.’
Han de Groot: ‘Ik kan me van Hoogterp herinneren dat toen zijn benoeming een feit was, hij de revers van zijn jasje omdraaide en dat daarop het NSB-speldje was geprikt.’
Tops Lefebvre-van Bellen: ‘Hoogterp kon met een aantal collega’s op de krant goed opschieten, met Von Balluseck bijvoorbeeld, maar ook met het bekende duo de dames Annelèn, zoals de journalisten
105