In de maanden januari tot en met april 1940 liep de spanning in de wereldpolitiek snel op. De koppen boven Mechanicus’ rubriek De Stand van Zaken spreken wat dit betreft boekdelen: ‘1940: het beslissende jaar’, ‘Strijd om het initiatief’, ‘De oorlog gaat door’, ‘Blokkade-verscherping’, ‘Langs de afgrond’, ‘Onder kruisvuur’, ‘Wedloop met de tijd’ en op 16 april 1940: ‘De oorlog nadert’. Mechanicus ging in dit laatste stuk nader in op de landing van de Britse troepen in Noorwegen: het antwoord van de Engelsen op de Duitse overrompeling van Denemarken en Noorwegen, enkele dagen daarvóór.
Naar verluidt zou Mechanicus in deze tijd zijn gepolst voor een baan bij de Haagsche Post. Het is niet duidelijk in hoeverre de interesse van dit blad concreet was, maar van een eventuele overgang zou niets meer terechtkomen. Het was vlak vóór 10 mei 1940.
Ward Messer had dienst in de nacht van de Duitse inval. ‘Er was gescharrel aan de grens. Het Handelsblad was daarom al een tijd in staat van alarm. Wij hadden aan de grens een netwerk van informanten, die ons zouden inlichten als er iets gebeurde. De avond van 9 mei meldden verschillende van deze mensen dat ze gerommel aan de grens waarnamen: veel mensen, auto’s en troepenconcentraties. Er was van alles aan de gang. Ik was die avond met collega Andries Ekker op de redactie. Opeens kregen we die telefoontjes van mensen in de vooruitgeschoven posities aan de grens. Toen heb ik gezegd: Ik blijf wel, want ik vertrouwde het niet. Om een uur of half drie, mijn collega Ekker was al naar huis, barstte het eerste geweld los, de bommen op Schiphol, zeer goed te horen en te zien. Ekker is toen op de fiets naar Schiphol gereden en heeft daar Von Balluseck gebeld met de mededeling dat het kennelijk oorlog was. Inmiddels kwamen op de redactie in snel tempo andere berichten binnen: dat er geschoten werd aan de grens, dat er militaire acties waren. Maar die stukken hebben de ochtendeditie niet meer gehaald. Het Handelsblad kwam gewoon uit, zonder melding van de oorlogshandelingen. Officieel was er ook geen nieuws en de radio zond ’s nachts niet uit. ’s Ochtends kwam pas de eerste nieuwsuitzending van het anp en werd er officieel bekendgemaakt dat Nederland en Duitsland in oorlog waren.’
Collega Han de Groot: ‘Ik ben die ochtend in alle verwarring op de fiets van Bussum naar het kantoor in Amsterdam gereden. Het was een mierenhoop bij het Handelsblad. Alles liep door elkaar, er heerste geweldige onzekerheid. De opwinding was zó groot, dat er eigenlijk geen krant te maken viel. Maar het moest, dat besefte men en de discipline
93