Juul vertelde openhartig dat haar vader, naast de vele goede kanten, ook ‘duidelijk zijn nukken’ had. ‘Naarmate hij ouder werd, kampte hij in toenemende mate met woedeuitbarstingen en aanvallen van jaloezie. Dat gedoe met die vrouwen bleef spelen, ook toen paps Olga had. Hij was zijn wilde haren nog steeds niet kwijt, maar hij eiste op zijn beurt Olga voor zich alleen. Ondanks dat ze dol op elkaar waren, hadden ze hier regelmatig ruzie over. Soms hoorde ik ze bekvechten als ik een nachtje bleef logeren. Heel vervelend was dat. Ik weet dat mijn vader psychische hulp voor zijn problemen heeft gezocht. Ik geloof dat een van zijn vrienden, Jo de Swarte, daarbij een rol speelde,’ aldus Juul.
Mechanicus zette zijn journalistieke activiteiten bij het Handelsblad met succes voort. Het jaar 1937 sloot hij gematigd optimistisch af, hoopvol gestemd als hij was over de bereidheid van de grote Volken-bondmogendheden om te trachten gezamenlijk een oplossing voor de wereldproblemen van dat moment te vinden. ‘Dat is de grote winst van 1937,’ schreef Mechanicus, maar ook waarschuwde hij: ‘Tussen een waarachtige vrede en de onzekere toestand, waarin de wereld zich thans bevindt, is nog een grote stap.’
In januari 1938 stond hij uitgebreid stil bij de herdenking van ‘5 jaren nazi-bewind’: ‘Het Derde Rijk is geboren uit meer dan één revolte. Het is geboren uit een revolte tegen het Vredesverdrag van Versailles, dat het nationaal bewustzijn had gekrenkt; uit een revolte tegen het Marxisme en tegen de democratie, die het staatsgezag, de Duitsers zozeer een behoefte, te slap deed gelden; tegen het kapitalisme, dat zich te weinig het lot van arbeiders en middenstand aantrok; tegen de joden, die het als een rassenvreemd element in het Duitse volk aanwees en, volkomen ten onrechte, aansprakelijk stelde voor de meeste rampen die het Duitse volk hadden getroffen; tegen het geloof, dat het hyperna-tionalisme in de weg stond.’ Zijn hoop op verbetering van de politieke situatie in de wereld werd in maart 1938 de kop ingedrukt, toen de Duitsers de Anschluss van Oostenrijk forceerden. Mechanicus uitte in de krant verontrust zijn vermoeden, dat ‘het rechtsgevoel van het Derde Rijk met de inlijving van Oostenrijk niet bevredigd’ zou zijn: ‘Een soortgelijke opvatting, als Hitler tegenover Oostenrijk tot handelen heeft gedreven, beheerst blijkbaar ook nog steeds zijn politieke denkwijze ten aanzien van het Sudeten-Duits element van Tsjechoslowa-kije.’
Op 20 juni van datzelfde jaar werd Mechanicus’ toon feller, vooral waar het ging om de toekomst van zijn joodse lotgenoten in Duitsland.
86