afgevoerd. Hierna heeft Mechanicus zich ook niet meer met volontairs bemoeid...’
Philip Mechanicus was geen chef die midden in het werk van de andere journalisten wilde zitten. Leidinggevend was hij niet. Hij hield zich nogal afzijdig; de journalisten op zijn redactie hadden een grote mate van zelfstandigheid. Tops Lefebvre-van Bellen: ‘Mechanicus was geen leider, zo gedroeg hij zich geen moment. Hij speelde zijn macht nooit uit.’
Messer: ‘Hij zag wel al het nieuws aan zich voorbijgaan en wist ook precies wat er speelde, maar hij was redactioneel niet erg bij de afdeling betrokken. Het waren meestal de andere redacteuren die de zaken onderling, volgens de hiërarchie van de ouderdom, regelden. Mechanicus verwachtte dat men werk van hoog gehalte leverde. Was dat niet zo, dan werd je daar hard op aangesproken. Ik ben één keer geweldig door hem onder handen genomen, toen ik op zondagmiddag op eigen houtje een redevoering van Adolf Hitler tot artikel had bewerkt en had doorgegeven aan de zetterij. Ik dacht dat ik een goede beurt maakte, maar ik heb geweldig op m’n kop gehad, ook van Von Balluseck, de hoofdredacteur. Mechanicus snoof op zijn bekende manier en brieste: Tja, dat had u niet mogen doen, dat is toch belachelijk, dat de jongste bediende aan de redevoering van Hitler wordt gezet, dat kan helemaal niet! En als Mechanicus zoiets tegen je zei, dan wasje vonnis voor enkele weken getekend, dan kon je wel inpakken.’
Messer vertelde verder: ‘Zijn journalistieke werk gaf blijk van zijn grote capaciteiten, van zijn kennis van het vak, vooral van de ingewikkelde buitenlandse politiek. Mechanicus werd hierover voortdurend geraadpleegd, ook door de hoofdredactie. Hij was veel meer commentator dan verslaggever. Hij analyseerde, vatte samen en legde uit. Daarmee gaf Mechanicus gestalte aan het profiel van het Handelsblad. Op zijn gebied was hij een hele grote. De krant werd in parlementair en politiek Den Haag gespeld. Zijn toon was wel eens hautain; voortreffelijk qua taalgebruik, opbouw en argumentatie, maar zoals wij wel plachten te zeggen, met een “hoog boord om” geschreven. Op de redactie ging de anekdote dat Mechanicus een keer iets geschreven had in de trant van: Wij zouden de heer Churchill aan willen raden om dit nooit meer te doen. Dat geeft wel aardig aan wat ik bedoel.’
Volgens Messer is Leopold Aletrino degene geweest, die zich zijn lot het meest heeft aangetrokken, ’s Avonds, als de anderen al naar huis waren, bleef hij vaak zitten om zijn rubriek Van Overal te schrijven. Dan behoedde hij Messer voor uitglijders door zijn stukjes te lezen en
74