Het waren met name de extremistische Arabieren, die in de jaren vanaf 1936 tot aan de Tweede Wereldoorlog een met onverflauwde kracht voortdurende terreur in Palestina zouden uitoefenen. De Engelse regering zag zich spoedig gedwongen een groot contingent Britse troepen naar Palestina te zenden, om de orde en rust te herstellen. Zij slaagden hier echter nauwelijks in. Voortdurend braken er over en weer nieuwe gewelddadigheden uit, waaraan later ook Syrische extremisten aan de zijde van de Arabieren zouden meedoen. Mechanicus sprak in zijn commentaar van juni 1938 van een ‘welhaast bovenmenselijke taak’ om voor de problemen een oplossing te vinden: ‘Deling van het gebied dringt zich echter voortdurend opnieuw op als de minst slechte oplossing van het ingewikkelde probleem om aan de verlammende chaos, die thans in Palestina reeds zo lang heerst, een einde te maken.’