Zijn indrukken uit de tweede reis verwerkte Mechanicus in 22 artikelen, die tussen 10 oktober 1931 en 6 maart 1932 in het Algemeen Handelsblad werden opgenomen. De krant besloot de beste stukken over zijn beide reizen te bundelen. Nog in diezelfde maand, maart 1932, verscheen het boekje Russische Reisschetsen, zoals hij zijn artikelen inmiddels noemde. De bundel kon door de lezers via het Handelsblad worden besteld. Hoofdredacteur D.J. von Balluseck noemde in een voorwoord Mechanicus’ artikelen ‘reisindrukken, van een zoveel mogelijk onbevooroordeelde waarnemer, bereid om wit en zwart te onderscheiden.’
De belangstelling voor de Reisschetsen was dermate groot, dat de socialistische uitgever Andries Blitz een handelsuitgave van het boek op de markt bracht, onder de titel Van sikkel en hamer. Het voorwoord van Von Balluseck werd vervangen door een Ter Inleiding van Mechanicus zelf. De rest van de inhoud was identiek aan die van de Reisschet-sen-bundel.
Naarmate Mechanicus vaker naar Rusland ging, werd de toon van zijn Reisschetsen kritischer en scherper. ‘Als je die stukken nu leest, kun je duidelijk een ontwikkeling herkennen. In zijn artikelen stelde hij zich steeds afstandelijker en genuanceerder op. Die grote bewondering raakte hij toch wel kwijt en dat liet hij ook blijken in zijn reisverslagen,’ meende Han de Groot. Verhaalde hij bijvoorbeeld na zijn eerste reis nog enthousiast over de grote inhaalrace van Rusland, later beschouwde Mechanicus het Vijfjarenplan niet anders dan als een ‘schema, waarop de vestiging van een communistische staat’ mogelijk zou zijn. Het al dan niet slagen van dit plan werd, volgens hem, negatief beïnvloed door de ‘achterlijkheid’ van de Russische samenleving. Mechanicus zag zeker positieve punten in de staatskapitalistische politiek: verkorting van de arbeidsdag, verdwijnen van het analfabetisme, loonsverhoging, woningbouw en andere belangrijke maatregelen van culturele en sociale aard. ‘Maar wat ook vaststaat is dat het plan kent: staatsexploitatie, met een staatsmonopoliepositie voor de buitenlandse handel, industrialisatie, mechanisatie, en proletarisering van het gehele volk. Niet de vrijheid van het individu, doch het belang van de gemeenschap, de collectiviteit, is de economische drijfkracht.’
Bovenstaande constatering was dan ook de kern van Mechanicus’ kritiek: het ontbreken van individuele rechten en vrijheden en de meedogenloze, nietsontziende en razendsnelle wijze waarop het volk met deze ideologie werd geïndoctrineerd. ‘Het Vijfjarenplan is agressief: het is een scherpgedacht compromis tussen de behoeften van de indus
53