6 De Russische reizen
‘Wie onverwacht een uitnodiging ontvangt tot een bezoek aan Rusland, moet zich wel gevoelen als iemand die een beer thuisgezonden krijgt, waarmee hij eigenlijk niet goed raad weet.’ Aldus luidde de openingszin van het eerste artikel dat Mechanicus over zijn Rusland-rei-zen schreef. Hij maakte deze eerste reis in het najaar van 1929.
Handelsblad-collega Han de Groot: ‘Hij had een sterke interesse voor de ontwikkelingen in Rusland, met name sinds de Russische Revolutie. Voor zover ik weet was het Handelsblad-dmcieuv A. Heldring, die Mechanicus stimuleerde een rondreis door Rusland te maken, toen deze mogelijkheid zich voordeed. ’ Dochter Ruth zag haar vader thuis regelmatig aan de radio gekluisterd naar Radio Moskou luisteren om het laatste nieuws op te vangen en zijn Russisch te oefenen. Van wie hij zijn gedegen kennis van de Russische taal oppikte, kon niemand zich meer herinneren. Han de Groot: ‘Mechanicus sprak en las in ieder geval zéér redelijk Russisch.’
Directeur Heldring had, volgens De Groot, tevens een bijbedoeling: ‘Hij wilde Mechanicus genezen van zijn, naar Heldrings idee, al te grote sympathieën voor het beleid van Stalin en de algemene ontwikkelingen in de Sovjet-Unie. Laat die jongen maar eens een reis door Rusland maken, dan komt hij er wel achter dat het er niet allemaal zo rooskleurig aan toe gaat, zei hij. En dat gebeurde dan ook.’
De Sovjet-regering was in die tijd niet bijzonder vrijgevig met visa, waardoor Westerse journalisten moeilijk toegang tot Rusland kregen. Mechanicus sloot zich daarom aan bij het Genootschap Nederland-Nieuw Rusland. Als lid van dit gezelschap werd hem de gelegenheid geboden deel te nemen aan een studiereis van een maand.
Het Genootschap telde begin 1929 onder zijn ongeveer 400 leden niet alleen Nederlandse communisten, maar ook talloze andere, niet-communistische, geïnteresseerden in het Rusland van na de revolutie. De belangrijkste figuren in de vereniging waren de journalisten Henri Wiessing en Johan Huijts en de vertaler Apie Prins, werkzaam als redacteur bij persbureau Associated Press in Amsterdam. Prins was tevens secretaris van het Genootschap.
‘Met een gevoel van dankbaarheid hebben wij van de ons geboden kans voor een dergelijke reis naar Rusland gebruik gemaakt,’ schreef
48