Mechanicus heb ik ook wel op de krant ontmoet, jazeker. Hij scharrelde dan wat rond, niet makkelijk in het contact met ons jongeren. Hij was een self-made man, die ontzaglijk veel wist. En hij schreef uitstekend. Ik heb hem ervaren als een uitermate knappe journalist. ’
Ook Tops Lefebvre-van Bellen begon bij het Handelsblad. Zij werkte er in de bibliotheek en later op de fotoredactie. Volgens haar was Mechanicus toen slechts één van de vele redacteuren die de krant op dat moment rijk was. ‘Zijn grote jaren moesten nog komen, alhoewel hij zijn eerste Russische reizen al achter de rug had.’ Tops vond hem een flamboyante persoonlijkheid. ‘Philip was in ieder opzicht anders dan de anderen. Hij was een middelgrote man, tenger, met een uiterst scherp gezicht en een aparte manier van spreken. Een heel intrigerende figuur, alleen al vanwege zijn uiterlijk. Hij droeg bijzondere kleren, niet het geijkte driedelige kostuum, maar meestal dure, sportieve kleding. Daar had je toch wel oog voor, ik tenminste wel. Als jong meisje, ik was 19, 20, vond ik hem natuurlijk bijzonder interessant.’
Julius van der Wielen vertelde dat Mechanicus hem in Den Haag soms opbelde, als hij iets wilde weten over buitenlandse politieke aangelegenheden. ‘Wij zaten vlak bij het Binnenhof, dus konden we snel iets uitzoeken. Die Rusland-reizen, ja, daar was hij helemaal vol van. Mechanicus was zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen daar. Wij wisten er eigenlijk weinig van. Wat hij schreef was echt fascinerend. Hij had een vrij boeiende stijl en beheerste al zijn onderwerpen.’ Tops Lefebvre-van Bellen: ‘Hij was naar Rusland geweest! Dat was toen voor ons zoiets als nu in een ruimteschip naar Mars vliegen.’
47