ke Amsterdamse gezinnen hier een onderkomen. In Amsteldorp ontstond een groep van jonge, bohémienachtige kunstenaars. Mechanicus kende velen van hen. Tot zijn vriendenkring behoorden o.a. Philip van Praag, Bram Abbas, Bob Levie, les Monas, de journalist A. Ricardo, Sam Koperberg, Bob van Gelderen, Jo Sternheim en Bram Bleekrode. De Amsterdamse sociaal werker Jo de Swarte was eveneens met Mechanicus bevriend. De Swartes dochter Yvonne vertelde: ‘Hij kwam wel bij ons thuis. Ik was nog een kind, maar observeerde hem altijd heel nieuwsgierig. Hij was iemand waar je beslist naar keek. Een wat vreemde man, nerveus, cynisch, scherp en geestig, niet erg vriendelijk. Je had gauw ruzie met hem, dat had ik als kind snel in de gaten. Mechanicus was zijn SDAP-achtergrond toen al ontgroeid. Hij ging meer de liberale kant op. Dat vonden mijn vader en mijn oom Andries Sternheim niet leuk, vermoed ik.’
Mechanicus’ betrekking bij het Handelsblad betekende een verdere verwijdering van zijn socialistische milieu. Hij kwam in contact met mensen met zeer uiteenlopende achtergronden. Omstreeks het begin van de j aren dertig werd hij lid van sociëteit De Kring aan het Kleine-Gartmanplantsoen. Hier maakte hij nieuwe vrienden. Na de oorlog werd in het sociëteitsgebouw een bronzen gedenkplaat van de beeldhouwer Hubert van Lith onthuld, waarop de namen voorkomen van bijna zeventig Kring-leden, die ten gevolge van de Duitse terreur het leven lieten. Behalve Mechanicus’ naam, vermeldt de gedenkplaat tientallen andere personen die tot zijn vooroorlogse kennissenkring behoorden, zoals Jaap Nunes Vaz, Paul Auerbach, Max van Dam, Sello Landau, Claartje en Marius Levenbach, Jan Boissevain en Ernst Men-ko.
Ruth: ‘Als ik met hem door Amsterdam wandelde, werd hij om de haverklap begroet. Hij kende enorm veel mensen.’
In het begin van de jaren dertig deed een nieuwe generatie journalisten haar intrede bij het Handelsblad. De toen amper twintigjarige Julius van der Wielen bijvoorbeeld, kwam op 15 januari 1929 in dienst. Hij kreeg een in werkperiode van een halfjaar op de redactie Binnenland, bij mensen als Louis Schotting, H. Tersteeg, A.F.K. Parée en S. de Vries. ‘In augustus 1929 ben ik Haags redacteur geworden van het Handelsblad, ^ vertelde hij. ‘Daar ben ik gebleven tot de mobilisatie in 1939.’ Van der Wielen had regelmatig contact met de redactie Buitenland. ‘Leopold Aletri-no kwam wel eens bij ons binnen lopen, die heb ik goed gekend. Een uitermate beschaafde intellectueel, die bovendien prachtig Frans sprak.
46