of mochten naar het Stammlager Auschwitz i. De nazi’s beschouwden hen als economisch bruikbare joden. Zij werden in de meeste gevallen tewerkgesteld in industrieën in de buurt.
Vlakbij de Neue Rampe staat een houten gebouwtje, dat in de oorlog dienstdeed als bagagedépót. Op het gebouwtje is een reusachtige foto geplaatst, gemaakt tijdens één van de selecties. Levensgroot staan enkele ss’ers afgebeeld, in uniform en laarzen. Ze slaan wijdbeens de selectie gade, de handen op de rug. Op deze plek, bij het gebouwtje waar ik nu sta, is in oktober 1944 ook de trein met het transport uit Bergen-Belsen aangekomen. Ik tracht me voor te stellen wat er zich in deze groep moet hebben afgespeeld, toen tot de mensen doordrong dat ze naar Auschwitz reden, het kamp waar men ten koste van alles uit had willen blijven.
Bij de resten van Krematorium iv doet een van mijn reisgenoten, Simon, die Birkenau overleefde, zijn verhaal. Om hem heen staan mensen zwijgend naar zijn getuigenis te luisteren. Simon kijkt soms geïrriteerd om zich heen. Hij kan zich niet goed oriënteren en is veel details vergeten. Ik begeef me naar de achterkant van het Krematorium. Waar nu de puinhopen liggen, stond vijftig jaar geleden een enorme moord-f ab riek met ondergrondse gaskamers, waar vele honderdduizenden mensen zijn vergast. Datzelfde geldt voor de overige drie crematoria, die hier vlakbij hebben gestaan.
Tijdens en na de zomer van 1944 wijzigde de situatie in Birkenau zich snel. De Russische legers rukten vanuit het oosten op. De nederlaag van Hitler was onafwendbaar en nog slechts een kwestie van tijd. Ook in Auschwitz-Birkenau was die ommekeer goed merkbaar. De Duitse Gründlichkeit brokkelde beetje bij beetje af; het pünktliche systeem raakte in verval. De gevangenen voelden dat er iets gaande was; het gonsde van de geruchten in het kamp. Daarbij werd de drang om te overleven steeds sterker. Tegelijkertijd overheerste de angst dat de nazi’s, in het vooruitzicht van hun dreigende nederlaag, zouden besluiten om alle kampbewoners te doden.
Op het moment dat de trein uit Bergen-Belsen met Mechanicus en zijn lotgenoten op 12 oktober 1944 Birkenau binnenreed, verkeerde het kamp nog in de ban van wat zich hier enkele dagen eerder had afgespeeld.
Op 7 oktober hadden enkele leden van de zogenaamde Sonder kommandos geprobeerd om een opstand in gang te brengen. In deze Son-
234