Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

kende honderden jiddische en andere verhalen, die zij vol geestdrift aan haar kinderen en andere belangstellenden doorgaf. Bep Peters-Me-chanicus: ‘Alle jongens konden uitstekend hun mondje roeren. Ze spraken vloeiend Engels, dat had Opoe hun geleerd, en ze waren allemaal dol op lezen. Ook dat kregen ze van hun moeder mee, want Opoe las alles wat ze te pakken kon krijgen. Het talent van Philip kwam eveneens van haar kant. Zij had dat zeker in zich. Ik meen zelfs dat Opoe, aangemoedigd door het latere journalistieke succes van haar zoon, gepoogd heeft haar levensverhaal op te schrijven. Ik ben de enige die dat nu nog weet. Niemand heeft haar herinneringen ooit gelezen. Ze zijn geloof ik verloren gegaan.’

Bij Het Volk kreeg men al snel in de gaten dat met de jonge Philip Mechanicus een leergierige knaap in huis was gehaald, die over meer talent beschikte dan voor zijn expeditiebaantje nodig was. Na verloop van tijd maakte Philip promotie: hij klom op naar een administratieve functie. Dankzij een enorm doorzettingsvermogen lukte het hem zich verder omhoog te werken. Hij werd daarbij gestimuleerd door zijn collega’s en chefs. Zij wezen hem op de mogelijkheden tot studie, die met name de sdap haar leden bood. De partij organiseerde, naar het denkbeeld van Henri Polak, lezingen en gespreksavonden, die veelal werden gegeven door de intellectuele voormannen van de sdap zélf. De partij besteedde vooral bijzondere aandacht aan de jeugd. Omstreeks 1902 werd Philip lid van de jeugdbond De Zaaier.

Deze Bond van Jonge Arbeiders en Arbeidsters in Nederland was in mei 1901 door een commissie uit de sdap, met daarin o.a. Henriëtte Roland Holst en Ed. Polak, in het leven geroepen. In het met de hand geschreven huishoudelijk reglement staat onder meer dat ‘met het oog op de onvermijdelijke klassenstrijd en tevens op de toekomst, als de arbeidersklasse eenmaal wordt geroepen de leiding in Staat en Maatschappij van de bourgeoisie over te nemen, het noodzakelijk is dat de arbeiders zo vroeg mogelijk zich hierop voorbereiden. Daartoe dienen de jonge werkers en werksters kennis te nemen van alles wat met de hen wachtende strijd in betrekking staat en hun daarin als wapen dienen kan. De proletarische jeugd heeft zich dus te organiseren. Deze organisatie is belichaamd in De Zaaier.’

In het begin legde De Zaaier zich toe op politieke scholing en op de ‘opvoeding en ontwikkeling’ van zijn leden. De meesten van hen hadden onvoldoende opleiding genoten. De leiding van De Zaaier besloot een vorm van herhalingsonderwijs in te stellen, waarbij socialistische

25