woensdagochtend onder het mes komt. Zij is flink. De doktoren achten de operatie van gevaar ontbloot. ’ Twee dagen later gaf hij uitsluitsel over haar toestand: ‘Annemarie is geopereerd. De doktoren zijn tevreden over het verloop. Zij ziet er bleekjes uit, geen praats, zoals anders.’
Op donderdag 20 januari had Mechanicus opnieuw contact met mr. Kotting, die direct toegaf te hebben gelogen toen hij de kampautoriteiten had meegedeeld dat er een verzoek tot arisering van Mechanicus was opgesteld. ‘U gelooft toch zeker niet dat er in werkelijkheid een re-quest is ingediend,’ vertrouwde hij hem toe. Het was uitsluitend de bedoeling geweest om de nodige verwarring te stichten en tijd te winnen. Kotting meldde dat er wel een zogenaamd ‘genealogisch onderzoek’ zou worden gestart, om te zien of daaruit nog gegevens in Mechanicus’ voordeel zouden voortkomen. Dit ‘onderzoek’ was ongetwijfeld een nieuwe poging om tijd te rekken en kennelijk kon Mechanicus hiermee de indruk wekken dat hij een serieuze kandidaat was voor de Cal-meyer-lijst. Ondertussen vroeg hij zich af hoe dr. Ottenstein naar Den Haag had kunnen bellen en de zaak ‘in orde’ had bevonden, terwijl er in werkelijkheid helemaal geen gegrond verzoek tot arisering was ingediend: ‘Zou Ottenstein mee in het komplot zitten en voor de schijn naar Den Haag hebben getelefoneerd? Hij lachte zo raadselachtig die maandag. Uit dit kleine gevalletje blijkt dat hier veel mogelijk is om iemand uit een transport te houden.’
Omtrent de Weinreb-lijst ontving Mechanicus het bericht dat hij definitief hierop was geplaatst. ‘Het wordt nu een soort roulette,’ schreef hij. ‘Eindelijk heb ook ik meer dan één Sperre: Theresienstadt en Wein-reb. Zal straks misschien tussen de twee moeten kiezen. Heb ook nog de fictieve Calmeyer. Gecompliceerd (...) Men betwijfelt of de Weinreb-lijst ooit aan Austausch toekomt en helt over tot het geloof dat de lijst op een goede dag springen zal en dat zij, die er op staan, met pak en zak doorgaan naar Auschwitz.’ Nauwelijks had hij dit vermoeden aan het papier toevertrouwd, of achtenveertig uur later al werd zijn vrees bewaarheid: de Weinreb-lijst platzte.
Half februari werd een nieuw transport naar Theresienstadt voorbereid. Mechanicus deelde mee dat men op grote schaal mensen te kort kwam. ‘De commandant gooit met reisbiljetten voor Theresienstadt. Wie wil, die mag. Wie langer dan een jaar in het kamp vertoeft, kan erheen. Men mag kiezen: Theresienstadt of Auschwitz. Ik kom op de lijst niet voor, totnogtoe niet. Dankzij mijn fictieve Calmeyer.’ Toch bekroop hem plotsklaps de angst: ‘Ook ik heb mijn zorgen: zullen ze er
203