Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Titel
Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Auteur
Koert Broersma

Jaar
1993

Overig
biogr Mechanicus

Pagina's
258



gesproken over de ‘vernietiging’ van de joden. De wekelijkse deportatietransporten omschreef hij als ‘de gebruikelijke moordpro-cessie’ van iedere dinsdag. Voorts noteerde hij: ‘Het wantrouwen ten opzichte van, en de vrees voor Polen groeien, sinds de joden zo schunnig worden geëxpedieerd. Onder de weinige intellectuelen, die zich tot dusverre in het kamp bevinden, heerst de overtuiging, dat Polen het eind van alles betekent, dat de joden de martelgang niet volhouden indien de oorlog nog lang aanhoudt (...) Het is de grote vraag, in hoeverre de Nederlandse joden zelf hun geboortegrond en woonplaats zullen terugzien. ’ In Dépot bevat meer van dergelijke onzekere toekomstverwachtingen.

Met zekerheid kan worden gesteld dat de kampbewoners in Wester-bork van de gruwelijke waarheid achter de abstracte benaming ‘Polen’ geen kennis hadden. Van de massale vergassingen in de vernietigingskampen wist men in Westerbork niets. Het Oosten werd gevreesd, omdat de joden dachten daar in werkkampen zware arbeid te moeten uitvoeren, eventueel tot de dood erop zou volgen. Mechanicus noemde dit vermoeden enkele malen: ‘Dinsdag a.s. gaan weer duizend mannen, vrouwen en kinderen naar Polen om daar onder de nationaal-socialisti-sche knoet dwangarbeid te verrichten,’ schreef hij bijvoorbeeld in februari 1944, toen hij toch al bijna 16 maanden in Westerbork verbleef.

De algemene stemming in het kamp was dan ook dat de ouderen pessimistisch en de jongeren vrij optimistisch en hoopvol gestemd waren; deze laatste groep had immers een kans om Duitsland of Polen te overleven. Er staan in Mechanicus’ dagboek ontroerende aantekeningen over het naïeve geloof van sommigen, die in het Oosten nog een vleugje toekomst zagen, ondanks dat nooit één van de eerder vertrokkenen een geruststellend bericht had kunnen sturen.

Mechanicus was desalniettemin zeer negatief en vol zorgen over de toekomst van zijn joodse medemensen: ‘Nog altijd weet men niet, wat er met de gedeporteerde joden in Polen gebeurt (...) De winter vordert; men vreest dat als deze winter de beslissende slag niet valt, de oorlog weer de hele zomer zal voortduren en dat geen enkele jood zich dan meer op Nederlandse bodem zal bevinden. De hoop wisselt af met de vrees: waar gaan we heen, wat is ons lot, wat onze toekomst?’ vroeg hij zich op 25 januari 1944 af. En een week eerder: ‘Hitler wil de joden uitroeien. Dat heeft hij meer dan eens gezegd. Hij roeit ze uit in klassen, zoals een begrafenisonderneming haar dode leden in klassen ter aarde bestelt. Wie naar Polen gaat, krijgt een beesten wagon, wie naar Celle gaat een personenwagon met versnaperingen onderweg, wie naar

187

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.