Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Titel
Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Auteur
Koert Broersma

Jaar
1993

Overig
biogr Mechanicus

Pagina's
258



23 De ‘schurftige slang’

De transporten liepen als een rode draad door Mechanicus’ dagboek. Hij beschreef ze vrijwel wekelijks, vanaf het moment dat op maandagnacht in de barakken de namen werden afgeroepen tot en met het vertrek van de trein.. De toekomst na Westerbork was voor iedereen een onzekere angstverschijning: van het oosten, Auschwitz, wist men niets, ook al vertrokken wekelijks duizenden naar dit onbekende oord.

De eerste maal dat Mechanicus als ooggetuige een transport versloeg was op dinsdag i juni 1943, toen een groep van ruim 3000 kampbewoners naar, zoals achteraf kon worden vastgesteld, het vernietigingskamp Sobibor in Oost-Polen vertrok. Hij noteerde in zijn dagboek: ‘De transporten blijven walging wekken. Zij geschieden in werkelijkheid in beestenwagens, die bestemd zijn voor het vervoer van paarden (...) De bannelingen zijn schunnige landverhuizers, die niets anders bezitten dan wat zij aan hebben en wat aan hen hangt. Mannen, stil, strakke gezichten, vrouwen, vaak snikkend. Ouden van dagen: strompelend, voorover vallend onder de last over de slechte weg, soms door modderpoelen (...) De ballingen worden door gereedstaande OD’ers omsingeld en geteld volgens een van de barak meegenomen lijst en gaan regelrecht de trein in. Wie aarzelt, wie treuzelt wordt geholpen; soms aangedreven, soms geduwd, soms geslagen, soms gestompt, soms met de laars overtuigd, regelrecht de wagen ingetrapt. ’

De transporten werden iedere week begeleid door leden van de Ordnungsdienst, de od. Deze joodse kamppolitie was voortgekomen uit het reeds eerder opgerichte brandweerkorps in het kamp. De od vormde een cruciaal onderdeel van het kampsysteem, waarbij joden hun medejoden hielpen deporteren. ‘Een gedeelte van de OD’ers, Duitsers én Nederlanders,’ schreef Mechanicus, ‘is getrokken uit de heffe der joden, ruwe, grove kerels, zonder beschaving, zonder gevoel, zonder mededogen, die slechts leven voor de sigaret en het gemakkelijke avontuurtje met vrouwelijke soortgenoten. Zij dragen, evenals de Grü-ne Polizei, groene uniformen en hoge kaplaarzen. Zij vinden voor hun botte manieren een voorbeeld in die van hun Duitse collega’s, die kwistig met de vuist en snel en hard met de kaplaars zijn. De joden in het kamp duiden hen aan met: de joodse ss. Zij zijn gehaat als de pest, men zou menigeen hunner levend kunnen villen, als men zou durven.’

184

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.