2i Ontlopen deportatie
Veel Westerborkers werkten zich op allerlei, soms minder elegante, manieren naar een betere positie in het kamp, die meer kansen op overleven bood. In deze heterogene verzameling van mensen kwamen diverse groepen bevoorrechten voor. Ze kochten, kletsten, of manoeuvreerden zich een plaatsje op de felbegeerde lijsten. De Westerborkse gemeenschap was daarbij in grote mate afhankelijk van de oudste bewoners, de Duits-joodse Kampinsassen, die zelf ook probeerden hun eigen vertrek zo lang mogelijk uit te stellen. Maar uiteindelijk kwam er toch altijd een transporttrein, ook voor de meesten van hen. Vanaf de dag van zijn ontslag uit het kampziekenhuis tot aan zijn deportatie in maart 1944, leefde Mechanicus in hoofdzaak voor drie dingen: voldoende voedsel, zijn journalistieke werk en zijn Sperre, de vrijstelling van transport. Hij ondernam een eindeloos aantal pogingen om zichzelf zo lang mogelijk tegen deportatie te beschermen. In Dépot stelt de lezer daarvan uitvoerig op de hoogte, ook van de beruchte ‘lijsten’ en ‘stempels’. Zijn ervaringen op dit gebied lijken nu onvoorstelbaar, doch waren in Westerbork aan de orde van de dag. Het dagboek werd daarbij, naarmate de tijd vorderde, doorspekt met het vreemde Westerborkse kampjargon uit die tijd. Hij schreef over ontsperde Weinrebs en gesprongen Calmeyers, over stempels van de Zentralstelle, over gesteriliseerde Zurückgestellten en over Ariër-verklaringen.
Op 28 juni maakte Mechanicus voor het eerst melding van Friedrich Weinreb. Weinreb, ambtenaar van het departement van Economische Zaken, kreeg van de Duitse autoriteiten toestemming met zijn gezin naar Amerika te emigreren. Hij verzocht een aantal Nederlandse joden naar de Verenigde Staten mee te mogen nemen. De Duitse autoriteiten willigden dit verzoek in. Zo ontstond een eerste Weinreb-lijst, die uitgroeide tot zeventig personen. Op een gegeven ogenblik verklaarden de Duitsers de oorspronkelijke lijst vervallen en werden velen die hierop voorkwamen, alsnog naar Polen doorgezonden. Later liet de Sicherheitsdienst Weinreb zijn zogenaamde Spiel hervatten, onder meer om rijke joodse onderduikers en verborgen financiële bezittingen op het spoor te komen. Weinreb begon opnieuw met zijn lijst. Hij reisde verschillende malen naar Westerbork, waar hij ongeveer 1500 ‘klanten’ kreeg, die hem ieder honderd gulden betaalden om op de lijst te komen.
167