20 Etty Hillesum
Eén van de vele personen die Philip Mechanicus in Westerbork leerde kennen, was Esther Hillesum. Etty, zoals ze door iedereen werd genoemd, kwam uit een ontwikkelde familie. Haar moeder, Riva, was van Russische afkomst. Etty’s vader, Louis, was leraar klassieke talen en bekleedde later de functie van rector aan het gymnasium in Deventer. Etty had twee broers: Jaap en Mischa. Met name Mischa was muzikaal begaafd en wijdde zich aan zijn pianostudie. Etty volgde een studie rechten; in juli 1939 legde zij haar doctoraal examen af. Daarnaast studeerde zij enige tijd Slavische talen en Russische literatuur.
Al in 1941, toen Etty nog in Amsterdam woonde, begon zij met het schrijven van haar dagboeken, waarschijnlijk op aanraden van haar vriend Julius Spier. Toen de familie Hillesum een oproep voor kamp Westerbork verwachtte, solliciteerde Etty op aanraden van haar broer Jaap naar een post bij de Joodse Raad in Amsterdam, waar zij op 15 juli 1942 werd aangesteld. Het administratieve werk deed zij daar met tegenzin en over de dubieuze rol van deze instantie had zij een negatief oordeel. Binnen de werkkring van de Joodse Raad werd Etty op eigen verzoek overgeplaatst naar kamp Westerbork, waar zij werd tewerkgesteld bij de afdeling Sociale Verzorging Doortrekkenden. Dit werk achtte zij bijzonder zinvol. In december 1942 werd zij vrij ernstig ziek en moest zij terug naar Amsterdam. Haar herstel duurde tot juni 1943. Etty wilde per se opnieuw naar Westerbork, om daar haar werk te hervatten en de mensen enigszins bij te staan wanneer zij zich op het transport moesten voorbereiden.
In juli 1943 kwam er een eind aan de bijzondere status voor de medewerkers van de Joodse Raad, afdeling Westerbork, waarna een deel van deze groep gewone kampbewoners werd. Hiertoe behoorde ook Etty, wederom op vrijwillige basis. Zij wilde bij haar vader, moeder en broer Mischa blijven, die tijdens een razzia in juni 1943 in Deventer waren opgepakt en naar Westerbork waren gevoerd.
Hier zette Etty Hillesum haar schrijfactiviteiten voort. Al snel leerde zij Philip Mechanicus kennen. In zijn dagboek uit Westerbork verwijst Mechanicus verscheidene malen naar de familie Hillesum. Zijn eerste melding van Etty maakte Mechanicus op 13 juni 1943, toen hij schreef: ‘Grote wandeling gemaakt langs de rand van het kamp samen met een
163