Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Titel
Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Auteur
Koert Broersma

Jaar
1993

Overig
biogr Mechanicus

Pagina's
258



men met kapotte of gebroken vingers. Ik weet niet zeker meer van wie ik dit weet, ik denk van Annie Jonkman. Zij was vrij goed op de hoogte van alles. Trouwens: Philip schreef toch ook aan mij dat hij last had van zijn rechterhand. Ik vermoed dat de bewakers in Amersfoort met hun grote zware laarzen op zijn hand hebben gestaan tot de middenhands-beentjes gebroken waren. Het staat me sterk bij dat het zo is gebeurd.’ Jo was één van de familieleden en kennissen die Mechanicus in Wes-terbork van pakketten voorzag. Al in de eerste dagen na aankomst stuurde zij hem, vanuit Nijmegen, medicamenten. ‘Wij hoorden dat het met hem niet best was gesteld. Ik heb toen medicijnen verzonden en een fles apothekers wijn en daarna vooral etenswaren, in de hoop dat mijn pakketjes hem zouden bereiken.’ Deze kwamen inderdaad aan, maar bleken niet voldoende. Op 23 november 1942 slaagde Mechanicus erin, via kamprelaties, een telegram naar Nijmegen te verzenden, met de tekst: ‘Zend afschrift laatste recept Mechanicus, ziekenhuis Wester-bork Hooghalen-Oost.’

Drie dagen later volgde Mechanicus’ eerste brief aan Jo Heinsius. Hierin bedankte hij haar voor de pakketjes die hij had ontvangen en die ‘in deze woestijn een oase’ waren. Voorts schreef hij: ‘Als verzwakt patiënt krijg ik hier een extra rantsoen brood en ook wat pap, maar de boter- en vleesvoorziening is uiteraard beperkt.’ En even later: ‘Je ziet, dat ik na den grooten vasten een grote lekkerbek ben geworden, gelijk trouwens velen met mij, die in gelijke omstandigheden hebben verkeerd. Ik heb alweer een goed deel van mijn gewicht herwonnen, dat ik verloren had door mijn experiment, de koorts en diarrhee.’ Met het ‘experiment’ doelde hij op zijn mislukte ontsnappingspoging in Amsterdam en de ranselpartijen die hiervan het gevolg waren.

Uiteraard waren voor Mechanicus op dat moment zijn toekomst en status in het kamp nog volstrekt onduidelijk. ‘De doktoren zijn gisteren op hun grote visite aan mijn bed geweest, maar achtten het nog altijd nodig dat ik het bed houd. Ik heb nog bepaalde naweeën te overwinnen van mijn narigheden. Geestelijk en moreel voel ik mij goed. Hoe lang ik hier zal blijven, is een raadsel. Dat hangt van allerlei omstandigheden af,’ schreef hij op 10 december 1942. Drie dagen later verzond Mechanicus zijn eerste brief aan Ruth en Annie Jonkman: ‘Vaststaat dat ik mijn lichamelijke positie hier aanzienlijk heb verbeterd sedert mijn vertrek uit Amsterdam en dat ik mij ook geestelijk hard tegen wat nog komen kan. Vervelen doe ik mij niet bepaald, want ik beleef hier veel. Wij zeggen hier: Een mens kan wat mèt maken. De weerslag van alle

143

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.