Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Titel
Buigen onder de storm - Levensschets van Philip Mechanicus 1889-1944

Auteur
Koert Broersma

Jaar
1993

Overig
biogr Mechanicus

Pagina's
258



Veel meer kan worden gehaald uit het door Mechanicus geschreven materiaal. In de eerste plaats is er zijn omvangrijke getuigenis, neergelegd in vijftien dagboekschriften. Deze beginnen eind mei 1943, toen Mechanicus al ruim zeven maanden in Westerbork verbleef.

Mechanicus’ dagboek is echter niet het enige van zijn hand dat bewaard is gebleven. Uit zijn eerste Westerbork-maanden dateren enkele tientallen brieven aan familieleden en vrienden, die enig houvast geven bij het vaststellen van de gebeurtenissen gedurende zijn beginperiode in het kamp. De 25 brieven aan Annie Jonkman en zijn dochter Ruth werden enkele jaren geleden in boekvorm uitgegeven. Mechanicus stuurde vanuit Westerbork ook een aantal brieven aan Jo Heinsius in de Nijmeegse apotheek, waar zijn beide dochters Juul en Rita waren ondergedoken. Deze bleven tot dusverre ongepubliceerd en zijn met name interessant, omdat ze in een vroeg stadium werden geschreven. Zo dateert de eerste brief van 26 november 1942, negentien dagen na zijn aankomst in Westerbork.

Vooral omtrent Mechanicus’ Westerbork-periode van vóór 28 mei 1943 wordt, door het ontbreken van officiële dagboekaantekeningen, in dit en de volgende hoofdstukken veelvuldig uit zijn brieven aan Ruth, Annie Jonkman en Jo Heinsius geciteerd.

Uit zijn correspondentie valt op te maken dat Mechanicus vanaf 7 november 1942 lange tijd in Barak vi, zaal 1, van het Westerborkse ziekenhuis heeft gelegen. Jeanne van den Berg-van Cleeff werkte net twee maanden als verpleegster in het kamp, toen zij hem leerde kennen. ‘Ik weet nog precies waar zijn bed stond, rechts in de hoek van de ziekenbarak. De kans is ook heel groot dat ik hem bij binnenkomst in Westerbork heb zien aankomen, want ik was als verpleegster bij alle binnenkomende en uitgaande transporten aanwezig,’ vertelde ze.

Over de precieze aard van zijn verwondingen gaf Mechanicus zelf enkele duidelijke aanwijzingen. De allereerste brief aan Jo Heinsius, gedateerd 26 november 1942, schreef hij toen hij ‘twee-en-een-halve week in het ziekenhuis’ lag. Deze brief begint als volgt: ‘Lieve Jo, een paar woordjes van mijn ziekbed. Mijn rechterhand is nog altijd niet hersteld, maar het schrijven gaat vrij wel. Tot veel schrijven ben ik niet bij machte.’ In een andere brief, gedateerd 10 december 1942, schreef hij haar: ‘Ik ben dankbaar dat ik mij hier kan herstellen van de slag die ik heb moeten opvangen. ’

Jo Heinsius is ervan overtuigd dat Mechanicus vóór aankomst in Westerbork ernstig is mishandeld. Zij vertelde: ‘Hij is er binnengeko

142

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.