superieuren vrijwel de gehele kampadministratie. Tot april 1945, toen de leiders het kamp ontvluchtten om aan de snel naderende geallieerden te ontkomen, bleef de angst voor plotselinge deportatie of executie aanwezig. Op 12 april 1945, om 3 uur ’s middags, werd kamp Wester-bork door Canadese militairen bevrijd. Er bevonden zich op dat moment nog slechts 800 joden in het kamp.
Vanuit Westerbork vertrokken in totaal 93 transporten. Voor zover bekend werd geen enkele maal een poging gedaan om de spoorlijn die onze landgenoten afvoerde, en die in feite hét kwetsbare onderdeel was van de verder zo goed geoliede Duitse afvoermachine, onklaar te maken.
Bijna 102 000 Nederlandse joden werden vanuit Westerbork naar de vernietigingskampen gedeporteerd. Ongeveer 5000 van hen zouden de massavernietiging overleven. De verschrikkingen van kamp Westerbork, het voorportaal van de dood, werden door Presser in één zin samengevat: ‘Het leek waanzinnig en onmogelijk. Het bleek waanzinnig én mogelijk. ’
140