gebaseerd op het principe van zelfbehoud. Twee zaken hadden hierbij een absolute prioriteit: voldoende eten en ervoor zorgen zo lang mogelijk de deportaties naar het Oosten te ontlopen. Wat dit laatste betreft, voerden de Duitsers in Westerbork een systeem van lijsten en stempels in, waardoor men om diverse redenen voorlopig kon worden vrij gesteld. Verstrekte stempels in persoonsbewijzen gaven bis aufweiteres uitstel van transport. Ook het plaatsen van de naam op speciale lijsten leek uitzicht te bieden. Op sommige lijsten kwam men na forse betaling van geld of goederen. Men was dan voorlopig gesperrt, ofwel tijdelijk beschermd voor deportatie. Heel bekend was de zogenaamde Weinreb-lijst. Ook bestond er een Puttkammer-lijst voor personen die een hoog bedrag in goud of diamanten hadden betaald. Voorts waren er onder meer de Barneveld-lijst, waarop vooraanstaande Nederlandse joden stonden, de Gedoopten-lijst voor joden die zich voor 10 mei 1940 als protestant hadden laten dopen, de Calmeyer-lijst voor personen die op basis van hun afstamming wilden aantonen dat zij slechts gedeeltelijk of zelfs niet- joods waren, de Portugezen-lijst voor hen die konden bewijzen dat ze van Portugese afkomst waren, en de zogenaamde Stammliste, waarop de namen prijkten van hen, die in het kamp belangrijke functies hadden. Voorts kon men worden gesperrt vanwege een dubbele nationaliteit, een gemengd huwelijk, of omdat men ziek was.
De angst voor deportatie en de zorg om hiervan gevrijwaard te blijven, liepen als een rode draad door het Westerborkse leven. De transporten en de opschudding die hieraan voorafging, overheersten het kampleven volkomen. Westerbork was met recht, zoals het werd genoemd, een kamp van hoop en wanhoop. Vooral ook, omdat de stempels en de lijsten evenveel zekerheid als onzekerheid boden. Had men voor een transport te weinig ‘normaal’ volk, dan werden sommige lijsten van het ene op het andere uur ongeldig verklaard. De lijst was dan, in kamptaal, ‘gesprongen’ ofwel geplatzt. De personen die vaak met zeer veel moeite of geld een plaats op de betreffende lijst hadden gekocht, werden dan alsnog op transport gestuurd. Tot vlak voor vertrek van de transporten probeerde men vrijstelling te krijgen, hetgeen tot dramatische en emotionele taferelen leidde.
Na 5 september 1944 - Dolle Dinsdag - kwam kamp Westerbork in zijn laatste fase terecht. In deze maand vonden ook de drie slottransporten uit het kamp plaats, waarvan het laatste op 13 september 1944 met 279 personen naar Bergen-Belsen ging. Hierna werd het betrekkelijk rustig in het kamp. Commandant Gemmeker vernietigde in opdracht van zijn
139