werden opgeschrikt door de Duitse inval en het kamp niet meer mochten verlaten. Een deel van deze mensen, die als oorspronkelijke, Duits-joodse bewoners van het kamp Alte Lager- of Kampinsassen werden genoemd, zou tot aan het eind van de oorlog in Westerbork blijven.
Adolf Hitler besloot in 1941 tot de Entjudung van Nederland. Het lag in zijn bedoeling om alle 140 000 joodse Nederlanders naar zogenaamde werkkampen in Oost-Europa te deporteren. De Duitse bezetters hadden met het oog op deze deportaties een centraal doorgangskamp nodig. Westerbork bleek hiervoor uitstekend geschikt. Zodoende kwam deze schepping van de Nederlandse overheid de Duitsers goed van pas, te meer daar de condities die de regering destijds ten aanzien van het kamp had gesteld, zoals een geïsoleerde ligging dicht bij de grens, nu door de bezetters in hun eigen voordeel konden worden benut.
Op 1 juli 1942 werd het vluchtelingenkamp officieel door de Nederlandse autoriteiten aan de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD overgedragen. De nieuwe naam die het kamp kreeg, gaf aan welke functie het zou gaan vervullen: Polizeiliches Judendurchgangslager Westerbork.
Direct na deze overdracht kreeg Westerbork ook uiterlijk het aanzien van een omvangrijk gevangeniskamp. Duitse bewakers stonden op de wachttorens en bij de slagboom die toegang gaf tot het Durchgangslager. Na verloop van tijd groeven joodse gevangenen een vijf meter brede gracht rondom het kamp en arriveerden er Nederlandse marechaussees voor het handhaven van de orde.
Vanaf de zomer van 1942 werden de Nederlandse joden opgeroepen zich te melden voor de Arbeitseinsatz, de zogenaamde tewerkstelling in het buitenland. Kort hierna startte hun daadwerkelijke, systematische afvoer naar de vernietigingskampen. Veertien dagen na de overdracht van Westerbork aan de Duitsers, op 15 juli 1942, vertrok vanaf station Hooghalen het eerste transport met ruim 1100 joden, voornamelijk afkomstig uit Amsterdam, naar Auschwitz.
Aanvankelijk kwamen de joden nog per trein aan in Hooghalen. Te voet moesten zij de ongeveer drie kilometer lange weg naar het kamp afleggen. Begin november 1942 kwam een aftakking van de spoorlijn gereed, aangelegd door kampgevangenen en personeel van de Nederlandse Spoorwegen, waardoor de treinen rechtstreeks het kamp in en uit konden rijden.
De kamporganisatie binnen Westerbork verliep volgens een efficiënt,
13 6