i5 Amersfoort
Op of rond zondag 27 september 1942 is Philip Mechanicus vanuit een Amsterdams politiebureau overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Amstelveenseweg, waar hij onder toezicht kwam te staan van de Duitse bezetters. Ons land telde in de Tweede Wereldoorlog 33 gevangenissen en Huizen van Bewaring. Aan een aantal van deze strafinrichtingen werden zogenaamde Deutsche Abteilungen toegevoegd, die volledig onttrokken waren aan het gezag van het Departement van Justitie en de betrokken directies. Deze Deutsche Abteilungen waren eigenlijk Polizeigefangnisse: gevangenissen van de sd, waar personen om zeer uiteenlopende redenen in Untersuchungshaft werden opgesloten. Het personeel van de Deutsche Abteilungen bestond uit Duitse toezichthouders, die aanvankelijk waren aangewezen op de diensten van Nederlandse bewakers. Ook de twee Huizen van Bewaring in Amsterdam hadden een Deutsche Abteilung.
Het leven in deze gevangenissen schijnt draaglijk te zijn geweest, zeker in vergelijking met de kampen waarin de meeste gevangenen later terechtkwamen. Het eten was er vrij redelijk. Daarnaast hadden de gevangenen bepaalde privileges, zoals regelmatig bezoek en - soms - de beschikking over bibliotheekboeken. Veel ruimte was er niet; bekend is dat men eind 1941 soms met acht man in één cel zat. De Nederlandse bewakers waren vaak bereid hulp te bieden. Heel belangrijk in dit verband was het onderhouden van clandestien briefverkeer met de buitenwereld. Pas later zouden de meeste ‘goede’ bewakers vervangen worden door ‘foute’.
Mechanicus bracht een maand aan de Amstelveenseweg in arrest door. Wat er zich hier precies rond hem heeft af gespeeld, blijft een vraag. Wel is bekend dat hij zijn cel deelde met oud-wethouder Salo-mon Rodriguez de Miranda, een van de meest vooraanstaande socialisten van Amsterdam. De Miranda was half juli 1942 gearresteerd en verbleef al ruim twee maanden in het Huis van Bewaring, toen Mechanicus daar arriveerde. G.W.B. Borrie, auteur van een boek over De Miranda, trof in de nagelaten papieren van De Miranda’s weduwe een aan haar gericht briefje aan, dat was geschreven door ‘een zekere Olga’. Olga schreef dat De Miranda zich in de gevangenis flink hield en dat het naar omstandigheden goed met hem ging. Volgens De Miranda’s
I25