Redt de Joden!

Titel
Redt de Joden!

Jaar
1946

Overig
Wat gebeurt er met de Joodse oorlogspleegkinderen?

Pagina's
20



waarloosde Jodendom met zijn grote' diepte. Een mens zonder achtergrond is prooi van elke stroming — de zeer sterken misschien uitgezonderd — hij heeft geen waardigheid, hij is geestelijk een paria. Laat onze Joodse weesjes Joden worden. Daarna is gesprek mogelijk. En wij verlangen gesprek.

Wij komen nu tot een heel andere kant van de kwestie, die echter steeds op de achtergrond van ons betoog heeft meegesproken. Ook een Nederlands belang staat hier op het spel. Wij zijn het eens met Dr. J. van der Spek, die in 1939 schreef1): „Het zou een verarming van onze cultuur betekenen, als de Joden daaruit als bijdragenden verdwenen.” „Zij (de Joden) houden de spanning er in.” Wij willen het Joodse element — alle anti-semitische propaganda ten spijt — niet missen. Men denke het zich weg uit het Nederlandse volksleven, zoals zich dat ontwikkeld heeft na 1600, men denke het zich weg uit ons wetenschaps-, kunst- en handelsleven en men zal constateren, hoe veel wij aan het Jodendom te danken hebben. Men denke — voor zover men Joden kent — de warme Joodse vriendschap weg uit zijn leven en men zal verlies constateren. Juist deze groep, die zich volledig Nederlands — nog sterker soms: volledig Amsterdams voelt, maar eigen karakter houdt, betekent verrijking, gesprek. Men denke aan de réfugiés, grotendeels opgelost nu, maar hoe buiten verhouding groot was hun bijdrage in ons volksleven, hoe zijn zij ons nog lief, de enkelen, die na eeuwen nóg Frans èn Hollands zijn in hun eerlijke hoffelijkheid en fijnheid van geest. Dr. J. P. Kruyt zegt zeer terecht2): „Naast assimilatie, het volledig opgaan in het geheel, bestaat nog de mogelijkheid van accomodatie, van aanpassing; het voortleven van de groep met eigen karakter naast andere groepen, zonder conflicten en met overwelving van alle groepen door een groter geheel.” In deze richting zien wij ook de oplossing, tot heil van Jood en niet-Jood beide. Dit wil niet zeggen, dat de groepen elkaar moeten ontlopen. Zoals de Fries niet buiten Holland kan, waartegen hij overigens zijn bezwaren van te grote centralisatiezucht, van al te vlotte urbanisering enz. houdt, zo kan de niet-Jood niet buiten den Jood en de rijkdom van het Jodendom. Gesprek moet er zijn, gesprek dan in de zin van Prof. Martin Buber, den door Christenen misschien meer dan door orthodoxe Joden groot geachten Jood. Gesprek is dan ontmoeting, het voelen van den ander tegenover zich. Hij blijft de ander, maar wij zijn open voor elkaar en in dit „tegenover elkaar staan in vriendschap” leven wij. Om de kansen van dit gesprek mogen wij blij zijn, om de velerlei volksaard onzer gewesten en zeker ook om ons Nederlandse Jodendom, zo eigen en toch met de bijzondere charme van het andere.

Men heeft de orthodoxe Joden verweten en men zou het ook ons kunnen doen, dat het standpunt van de Joodse gemeenschap en van de Joden als apart volksdeel, consequent moet leiden tot het verbod van gemengde huwelijken a la Neurenberg. De Nederlandse wet kent echter slechts Nederlanders en wil van de nationaal-socialistische rassentheorieën niet weten. Hoe staan wij dus tegenover de gemengde huwe-

12

1

‘) zie Prof. dr. H. J. Pos — Antisemitisme en Jodendom, p. 61.

2

) zie Prof. dr. H. J. Pos — a.w., p. 227.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.