Redt de Joden!

Titel
Redt de Joden!

Jaar
1946

Overig
Wat gebeurt er met de Joodse oorlogspleegkinderen?

Pagina's
20



hebben ons het kind toevertrouwd, d.w.z. zij hebben onze leiding erkend! Dit is een vergissing. De Joodse ouders in hun doodsangst hebben enkel gevraagd, of wij het leven, het bloot-lichamelijke bestaan van hun kind(eren) wilden redden, meer niet. Zij hebben daarbij zeker niet gedacht aan de wenselijkheid van een orthodox-protestantse of roomse opvoeding. Zij zullen hoogstens gehoopt hebben, dat hun kinderen althans niet helemaal los van het Jodendom geraakten. Op dit laatste willen wij nadruk leggen; Er bestaat de gedachte, dat de meeste Joden onorthodox zijn geweest en dus geen liefde tot de Joodse religie en tot het Jodendom meer hebben gekend. Zo beschouwd is dit onjuist. Inderdaad verloor het orthodoxe Jodendom voor de oorlog steeds meer aan betekenis, maar dat wil niet zeggen, dat de band met het Jodendom werd doorgesneden. De waarde van de sociale gemeenschap, die in het Jodendom altijd heeft bestaan en waarvan de Joodse geloofsgemeenschap een der uitingsvormen was, werd door de grote massa van de Joden erkend.

De meeste Joden werden voor de oorlog nog kerkelijk getrouwd en kenden ook nog de besnijdenis1) en de kerkelijke begrafenis. Al nam het aantal gemengde huwelijken steeds meer toe, in orthodox-hervormde en Rooms-Katholieke kring was dit verschijnsel eveneens waar te nemen. Nog altijd was het waar, wat Dr. H. Heertje aldus onder woorden bracht: „De meerderheid is slechts lid om Jood te blijven en een deel zou zeker, indien het godsdienstig motief alleen zou spreken, uit de kerkgenootschappen treden2). Dit betekent echter — en dat wordt vaak vergeten —, dat de band met het kerkgenootschap hoofdzakelijk van sociale en niet van religieuze aard was, maar dat diè band met het Jodendom er dan toch was, staat vast. Wij ontvingen na de oorlog een blief van een zeer geassimileerde Joodse vrouw. Zij schrijft: „Wij blijven Joods voelen, wij zullen onze kinderen als Nederlanders opvoeden, maar hun toch vertellen, dat zij Joden zijn.” Wij hebben de indruk, dat dit standpunt door vele Joden gedeeld wordt, dat het ook gedeeld werd door vele ouders, die nu in Auschwitz en Bergen-Belsen zijn vergast en menen daarom, dat de redenering: „De Joden voelden niet meer voor hun geloof, dus mogen wij hun kinderen wel Christelijk opvoeden”, niet opgaat. Wij weten natuurlijk heel goed, dat wij deze dingen niet zeggen op grond van statistische gegevens, maar zonderen wij de orthodoxe en vrijzinnig-zionistische Joden uit, die vanzelfsprekend een Joodse opvoeding voor hun kinderen hebben verlangd, dan menen wij toch te mogen zeggen, dat de grote massa, die overbleef, zich Nederlander èn Jood, maar dus ook Jood heeft gevoeld. In elk geval staat vast, dat zij niet orthodox-protestant of Rooms-Katholiek hebben gevoeld en dat een opvoeding in deze richting meer met „zieltjeswinnerij” dan met waarlijk Christelijke barmhartigheid te maken heeft. Wij kunnen ons niet losmaken van de gedachte, dat hier, zoal niet misbruik van vertrouwen dan toch machtsmisbruik optreedt en juichen de houding van onze regering, die het achterhouden van Joodse kinderen strafbaar heeft gesteld, toe

10

1

‘) Hierop wijst o.a. Dr. S. Kleerekoper in Nieuw Israclietisch Weekblad, 10 Aug. 1945.

2

) Dr. H. Heertje — De diamantbewerkers van Amsterdam, 1937, p. 266.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.