De Arbeidsovereenkomsten in de Diamantindustrie

Titel
De Arbeidsovereenkomsten in de Diamantindustrie

Jaar
1900

Pagina's
136



58

waren eene bezitting, waarover een ouder naar willekeur kon beschikken. Gegeven de door alle juristen ontvangen critiek van Menger, dat de vader, laat staan de voogd, niet over eene bezitting van het kind mag beschikken zonder dat daarbij kantonrechter en familieraad te pas komen (361, 451 B. W.) maar de rechtbanken zich nimmer bekommerd hadden om de beschikking over dien minderjarige zelf, die hier zijn toekomst kan voor altijd verwoest zien door eigenmachtig contracteeren van vader of voogd. Gegeven dat, in verband met het eerste gestelde — (dat nl. de wetgever van ’38 het arbeidscontract van den minderjarige niet heeft kunnen regelen) — deze critiek bevat eenen aanval op de toen heerschenden jurisprudentie, — Gegeven dat, waar de wet niet uitdrukkelijk spreekt, het den rechter immer vrijstaat te komen tot eene nieuwe betere uitlegging, die met de wet niet strijdt en beter past in n£t de uitvaardiging van gemelde wet ontstane verhoudingen, — Gegeven dus dat de uitlegger van de bestaande wetsregelen eene critiek als die van Menger tot de zijne mag maken, — Gegeven alzoo dat het niet te verstaan is dat de vader, die geen huis dat zijn kind toehoort kan verhypotheceeren, ja zelfs geen stuk effect van hem kan pro-longeeren, wèl het recht zou hebben over de persoon zelf van het kind te beschikken, door dezen tegen diens wil een contract te doen aangaan dat zijnen moreelen en physieken ondergang tengevolge kan hebben, — Gegeven dat de in noot 3 op pag. 56 hierboven aangehaalde wetgevingen allen op dit standpunt staan, en gezaghebbende Fransche schrijvers dit argument tot het hunne maken, — Gegeven dat, mocht men het tegendeel aannemen, volgens art. 1484 B. W. zelfs de voogd den pupil tot ver over diens meerderjarigheid zou kunnen binden tot het leveren van arbeid, die hem tegenstaat, en machtigen schadelijken invloed hebben kan op zijn moreelen en physieken persoon, — Is te concludeeren dat, nu niet uitdrukkelijk is gewaakt tegen misbruik van den kant van vader en voogd wat betreft het sluiten van een arbeidscontract, waardoor de onmondige gebonden zij , — aangezien zij niet vrij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.